Retrieval practice past simple - present continuous

              Welcome!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

              Welcome!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

What are we doing today?
Feedback on the reviews
Practice what we know: (a, an, Present Continuous, Present simple, Imperatives)
Assignment on the imperatives

Slide 3 - Slide

Wat is de vorm van de present continuous?
A
to be + have + werkwoord
B
to be + hele werkwoord + ing
C
to be + ing
D
hele werkwoord + ing

Slide 4 - Quiz

Wanneer gebruik ik 'an'
A
Als het woord begint met een klinker klank
B
Als het woord eindigt op een klinker klank
C
Als het woord eindigt met een medeklinker klank
D
Als het woord begint met een medeklinker klank

Slide 5 - Quiz

Wanneer gebruik ik de present simple?
A
Als iets NU gebeurd, of als ik spreek over dingen die nog aan de gang zijn
B
Als ik praat over iets wat in het verleden gebeurd is.
C
gewoonten, stabiele situaties, algemene waarheden en geplande gebeurtenissen in de nabije toekomst.
D
Als ik praat over gewoontes, dingen die nu gebeuren, of geplande gebeurtenissen in de nabije toekomst

Slide 6 - Quiz

We're staying at _____ hotel instead of a camping.
A
a
B
an
C
the
D
X (nothing)

Slide 7 - Quiz

Look at __________ woman over there! She is a famous author!
A
a
B
an
C
the
D
X (nothing)

Slide 8 - Quiz

Everybody knows that _________
cats are very independent animals.
A
a
B
an
C
the
D
X (nothing)

Slide 9 - Quiz

I am _________ university student.
A
a
B
an
C
the
D
X (nothing)

Slide 10 - Quiz

Do you want to have _____ lunch with me?
A
a
B
an
C
the
D
X (nothing)

Slide 11 - Quiz

It's __________ honour to work with you.
A
a
B
an
C
the
D
X (nothing)

Slide 12 - Quiz

______________ (to write) your name at the top of the paper before you start.

Slide 13 - Open question

a / an girl
A
a
B
an

Slide 14 - Quiz

a/an

... school
A
a
B
an

Slide 15 - Quiz

Present Simple <> Present Continuous
Vul de juiste vorm in
She always _______ jewellery.
A
are wearing
B
wears
C
is wearing
D
wear

Slide 16 - Quiz

a / an

tiger
A
a
B
an

Slide 17 - Quiz

Vul de juiste vorm in
He ________ his bed now. (to make)

Slide 18 - Open question

a/an

Insect
A
A
B
An

Slide 19 - Quiz

a / an

hour
A
a
B
an

Slide 20 - Quiz

a / an?
.... artwork
A
a
B
an

Slide 21 - Quiz

a / an house
A
a
B
an

Slide 22 - Quiz

a / an?
.... umbrella
A
a
B
an

Slide 23 - Quiz

a / an?
.... university
A
a
B
an

Slide 24 - Quiz

How did it go?
A
Goed, ik beheers alles 😀
B
Goed genoeg, ik moet nog aan één onderdeel werken 😏
C
Ik heb nog hulp/uitleg nodig😣

Slide 25 - Quiz

Imperative

Slide 26 - Mind map

Slide 27 - Slide

imperative oefenen
In tweetallen
Jullie krijgen een map
Eén van jullie kiest een plek op de map.
Leid de ander naar de plek toe.
Doe dit om de beurt

Slide 28 - Slide