2.2 Veerconstante

2.2 krachten meten
Pak je boek 
Kijk mee op blz 48
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2.2 krachten meten
Pak je boek 
Kijk mee op blz 48

Slide 1 - Slide

Leerdoelen van vandaag
Vandaag ga je het volgende leren:
  • Je kunt uitleggen wat een veerconstante is.
  • Je kunt aan de hand van een veer uitleggen wat recht evenredig betekent.
  • Je kunt een veerconstante bepalen aan de hand van een experiment. 

Slide 2 - Slide

Planning vandaag
Hoe ziet de les er vandaag uit:
  • Instructie voor practicum Veerconstante bepalen
  • Practicum veerconstante
  • In groepjes overleggen en conclusie maken
  • Klassikaal bespreken
  • vragen maken en huiswerk opgeven.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Maak groepjes van 4 
Beantwoord de volgende vragen:
  1. Wat kan je zeggen over de uitrekking van het veertje naar mate je er meer gewichtjes aanhangt?
  2. Wat voor soort grafiek heb je gekregen? Wat kan je over de grafieklijn vertellen?
  3. Wat waren de resultaten van jullie veerconstante? Wat viel je op

Slide 6 - Slide

conclusie
Elke gewichtje erbij kwam er evenveel aantal cm bij het uitrekking.


Slide 7 - Slide

conclusie
Je ziet dat als de kracht 2x zo groter wordt, dat de uitrekking ook 2x zo groter wordt.
We zeggen dan dat de grafiek recht evenredig is. 
Maar de veerconstante blijft gelijk. Het is een vast getal.

Slide 8 - Slide

Conclusie
Elke veer heeft zijn eigen veerconstante. Dat verandert niet. Als je dat veertje 4x zoveel wilt uitrekken dan moet je ook 4x zoveel kracht gebruiken.
Veren met een hoge veerconstante noemen wij stugger veren. Die kunnen dus veel kracht aan. Denk aan veren in een auto, vrachtwagen en personenbussen.

Slide 9 - Slide

vragen van deze week
11 t/m 21
op blz 50 en 51
Extra uitleg op de volgende dia

Slide 10 - Slide

Veerconstante formule
C=uF
C = veerconstante 
          (N/cm)

F = kracht 
            (N)

u = uitrekafstand 
       (cm of mm of m)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide