Argumenteren (argumenten en drogredenen)

 Argumenteren
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

 Argumenteren

Slide 1 - Slide

Roken zou verboden moeten worden want: 
Gezagsargument
Vergelijking
Oorzaak - gevolg
Feitelijk argument
Emotioneel argument
mijn vader is aan keelkanker gestorven.
in Nieuw-Zeeland werd dit al ingevoerd en het werkt prima.
de Orde der artsen verklaart dat het erg ongezond is.
85% van de rokers ervaart verschillende fysieke klachten.

Slide 2 - Drag question

Frieten zullen duurder worden want de prijs van de aardappelen is weer gestegen.
A
Voorbeeld
B
Oorzaak-gevolg
C
Pragmatisch argument
D
gezagsargument

Slide 3 - Quiz

Het nieuwe boek van Karen Rose vind je vast goed. Haar vorige boeken vond je ook leuk.
A
voorbeeld
B
emotioneel argument
C
vergelijking
D
pragmatisch argument

Slide 4 - Quiz

Jeroen Meus zegt dat je steak best in 'goeie' boter bakt. Dan smaakt het beter.
A
Feitelijk argument
B
Oorzaak-gevolg
C
Emotioneel argument
D
Gezagsargument

Slide 5 - Quiz

Dat restaurant is er fel op achteruit gegaan. De vorige keer was mijn steak lauw.
A
argument
B
drogreden

Slide 6 - Quiz

Wapendracht zou legaal moeten zijn. Philippe Geubels vindt dat ook.
A
Argument
B
Drogreden

Slide 7 - Quiz

Om welke drogreden ging het vorige voorbeeld?
A
Verkeerde veralgemening
B
Verkeerd gebruikt gezagsargument
C
Persoonlijke aanval
D
Emotionele chantage

Slide 8 - Quiz

De chauffeur had drugs gebruikt, slipte op de weg en raakte een andere auto.
A
Argument
B
Drogreden

Slide 9 - Quiz

Om welk type argument ging het vorige voorbeeld?

Slide 10 - Open question

Iedereen zou boeken moeten lezen. Als jij dat niet beseft, scheelt er iets met jou!
A
Argument
B
Drogreden

Slide 11 - Quiz

Om welk type drogreden ging het vorige voorbeeld?

Slide 12 - Open question