Didactiek 3.3

Didactiek 3.3 
Hoofdstuk 4: Ontwikkeling stimuleren: voelen en bewegen
Paragraaf 4.3: Lekker bewegen

1 / 14
next
Slide 1: Slide
DidactiekMBOStudiejaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Didactiek 3.3 
Hoofdstuk 4: Ontwikkeling stimuleren: voelen en bewegen
Paragraaf 4.3: Lekker bewegen

Slide 1 - Slide

Terugkoppeling voorgaande les
  • Hoe zou je het begrip creativiteit beschrijven?
  • Door kinderen een voorbeeld te geven van een kunstwerk wat ze na moeten maken, stimuleer je creativiteit? Juist / onjuist

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lesdoelen 
Paragraaf 4.3

  • De student weet hoe hij de lichamelijke en motorische ontwikkeling van een kind kan stimuleren door middel van activiteiten.
  • De student kent het nut van bewegingsonderwijs en kan zijn/ haar mening hierover geven.

Slide 4 - Slide

Wat weet jij nog van het buitenspelen
op de basisschool?

Slide 5 - Mind map

Waarom is buitenspelen zo belangrijk?
Kinderen krijgen buiten de ruimte voor spelontwikkeling:
  • Door te spelen ontdekken kinderen de mogelijkheden van hun lichaam.
  • Door te spelen ontwikkelen kinderen hun motoriek.

Vinden kinderen ook altijd sneller vriendschappen bij het buitenspelen?

Slide 6 - Slide

Even lezen 
Lees van paragraaf 4.3 bladzijde 133-134.
Stop bij: 'gerichte activiteiten'.

Slide 7 - Slide

Wat is jou taak als OA?

Slide 8 - Open question

Wat is 'spelontwikkeling?'.
A
Een spelletje spelen
B
Evenwicht oefenen
C
Stappen die kinderen maken in het spelen

Slide 9 - Quiz

Begeleiden buitenspel 
kleuters: vertrouwde en begrensde omgeving
basisschoolkind zelfstandig binnen oog volwassenen
puber: zelfstandig; hangplek


Slide 10 - Slide

Wat doe je met een kind, die niet wil buitenspelen?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Eindopdracht 3.3 
Bedenk voor jou stageklas een activiteit rondom bewegen buiten:
  • Welke doelgroep heb je?
  • Beschrijf je buiten speel activiteit duidelijk (iemand anders moet er zo mee aan de slag kunnen)
  • Hoe heb je rekening gehouden met de doelgroep?
  • Welk ontwikkelingsgebied stimuleer je met je activiteit? Waaraan herken je dit?

Slide 13 - Slide

Voor volgende week
Hoofdstuk 3: Ontwikkeling stimuleren: denken
Paragraaf 3.2: Taal stimuleren

Slide 14 - Slide