Symbolen in religie

Symbolen in religie
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Symbolen in religie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen leerlingen de waarde van symbolen in een religieuze context begrijpen.

Slide 2 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze zullen leren en hoe het hen zal helpen.
Wat weet je al over symbolen in religie?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn symbolen?
Symbolen zijn objecten, tekens of gebaren die een diepe betekenis hebben binnen een bepaalde cultuur of religie.

Slide 4 - Slide

Beschrijf wat symbolen zijn en hoe ze worden gebruikt.
Voorbeelden van symbolen
Kruis, halve maan, Davidster, Ohm-teken, lotus, enz.

Slide 5 - Slide

Laat afbeeldingen van deze symbolen zien en vraag de leerlingen of ze de betekenis weten.
Symbolen in het Christendom
De kruisiging van Jezus Christus is het belangrijkste symbool binnen het Christendom.

Slide 6 - Slide

Vertel hoe het kruis wordt gebruikt in de Christelijke religie.
Symbolen in de Islam
De halve maan en de ster zijn belangrijke symbolen in de Islam.

Slide 7 - Slide

Leg uit wat deze symbolen betekenen en hoe ze worden gebruikt.
Symbolen in het Jodendom
De Davidster is het belangrijkste symbool binnen het Jodendom.

Slide 8 - Slide

Vertel hoe de Davidster wordt gebruikt in de Joodse religie.
Interactieve activiteit
Laat de leerlingen een symbool kiezen en onderzoek doen naar de betekenis en het gebruik in een religie.

Slide 9 - Slide

Geef de leerlingen de opdracht om te onderzoeken en hun bevindingen te presenteren.
Waarom zijn symbolen belangrijk?
Symbolen helpen mensen om hun geloof en cultuur uit te drukken en te delen met anderen.

Slide 10 - Slide

Leg uit waarom symbolen belangrijk zijn en hoe ze kunnen helpen bij het begrijpen van religies.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.