2T, 2H - Het geslacht van het zelfstandig naamwoord (Kapitel 2)
1 / 23
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
DER
DIE
DAS
vrouwelijke personen, dieren en beroepen
mannelijke personen, dieren en beroepen
meeste het-woorden
de dagen
woorden op -heit
de maanden
de jaargetijden
woorden op -schaft
woorden op
-chen en -lein
-chen en -lein
meeste woorden op een -e
meervoud
woorden op
-keit en -ung
-keit en -ung
de dagdelen
Slide 3 - Drag question
Slide 4 - Slide
Hahn
A
der
B
die
C
das
Slide 5 - Quiz
Professorin
A
der
B
die
C
das
Slide 6 - Quiz
Donnerstag
A
der
B
die
C
das
Slide 7 - Quiz
Maschine
A
der
B
die
C
das
Slide 8 - Quiz
Kätzchen
A
der
B
die
C
das
Slide 9 - Quiz
Bett
A
der
B
die
C
das
Slide 10 - Quiz
Freiheit
A
der
B
die
C
das
Slide 11 - Quiz
Direktor
A
der
B
die
C
das
Slide 12 - Quiz
Zeichnung
A
der
B
die
C
das
Slide 13 - Quiz
Haus
A
der
B
die
C
das
Slide 14 - Quiz
Herbst
A
der
B
die
C
das
Slide 15 - Quiz
Nachmittag
A
der
B
die
C
das
Slide 16 - Quiz
Fröhlichkeit
A
der
B
die
C
das
Slide 17 - Quiz
Fräulein
A
der
B
die
C
das
Slide 18 - Quiz
wat is het bepaald lidwoord als een zelfstandig naamwoord mannelijk is?
A
der
B
die
C
das
Slide 19 - Quiz
wat is het bepaald lidwoord als een zelfstandig naamwoord vrouwelijk is?
A
der
B
die
C
das
Slide 20 - Quiz
wat is het bepaald lidwoord als een zelfstandig naamwoord onzijdig is?
A
der
B
die
C
das
Slide 21 - Quiz
wat is het bepaald lidwoord als een zelfstandig naamwoord in meervoud staat?
A
der
B
die
C
das
Slide 22 - Quiz
Ende
A
der
B
die
C
das
