H4§1.2 Versnellen en vertragen

Versnellen en vertragen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Versnellen en vertragen

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Bespreken vragen huiswerk
  • Herhaling vorige week
  • Berekenen versnelling
  • Berekenen afgelegde afstand 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen:
4.2.1 Je kunt een beweging vastleggen in een (v,t)-diagram.
4.2.2 Je kunt de soort beweging herkennen in een (v,t)-diagram.
4.2.3 Je kunt uitleggen wat versnelling en vertraging betekenen.
4.2.4 Je kunt de versnelling van een beweging berekenen.
4.2.5 Je kunt km/h omrekenen naar m/s, en omgekeerd.
4.2.6 Je kunt de afgelegde afstand van een beweging bepalen/berekenen in een (v,t)-diagram.

Slide 3 - Slide

Welke soort bewegingen ken je?

Slide 4 - Mind map

Een trekker druppelt olie en laat een spoor achter.
Welke vt-diagram (snelheid-tijd-grafiek past bij het spoor?
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

Een trekker druppelt olie en laat een spoor achter.
Welke vt-diagram (snelheid-tijd-grafiek past bij het spoor?
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Versnelling 
Als er een gelijkmatige toename in snelheid is... b.v.
na 1 seconde 3 m/s, na twee seconden 6 m/s en na drie  9 m/s
dan is de toename in snelheid 3 m/s elke seconde
DUS de versnelling is 3 m/s2

Slide 7 - Slide

Versnelling berekenen:



a - versnelling in m/s2
t - tijd in s
v - snelheid in m/s
a=ΔtΔv
Δv=veindvbegin

Slide 8 - Slide

Voorbeeld opgaven 1

Slide 9 - Slide

Afgelegde 
afstand bepalen

Je kan met de (v,t)-diagram 
de afstand bepalen

Afstand = area onder grafiek

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vertraging
De snelheid neemt elke seconde af met 2 m/s. 
De snelheidsafname per seconde noem je de vertraging.
Je zegt nu dat de vertraging gelijk is aan 2 m/s2. Je schrijft: a = −2 m/s2
Zoals je ziet, gebruik je voor vertraging hetzelfde symbool als voor versnelling: de letter a. 

Slide 13 - Slide

Controle vraag 1
Noteer de formule voor de versnelling met de eenheid hoe je hem moet invullen.

Slide 14 - Open question

Controle vraag 2
Reken om:
180 km/h = ...... m/s
10 m/s=......km/h

Slide 15 - Open question

Controle vraag 3
Wat is juist? Als een auto in 2 s versnelt van 3 naar 7 m/s.
A
Is de snelheid 2 m/s
B
Is de snelheid 4 m/s
C
Is de versnelling 2 m/s^2
D
Is de versnelling 4 m/s^2

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Samenvatting
Hier volgt een samenvatting van de stof met één voorbeeld van een lift waar alle stof in zit.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Zelfstandigwerken
  • Huiswerk: H4§1 afmaken
  • Zelfstandig werken wordt aangemoedigd, je hebt op een toets meer aan opgaven die je zelf hebt kunnen maken.
  • Vragen? Vinger opsteken, a.u.b.

Slide 22 - Slide