BS 5: Organen voor vertering MAX

BS 5: Organen voor vertering
Voeding en vertering
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

BS 5: Organen voor vertering
Voeding en vertering

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

* Je kunt de delen van het verteringsstelsel noemen met hun

   functies en kenmerken.


* Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies.

Slide 2 - Slide

Mondholte
In de mondholte wordt voedsel gekauwd en vermengd met speeksel.
Speeksel is het eerste verteringssap en wordt gemaakt in speekselklieren

Functie speeksel: 
      * Enzymen verteren van zetmeel gedeeltelijk
      * Bacteriën worden gedood 
      * Slijm maakt voedsel glijdbaar

Slide 3 - Slide

Kauwen
Enzymen kunnen niet in je voedsel, maar alleen op de 
buitenkant van het voedsel inwerken. Door te kauwen maken we het voedsel klein, maar vergroten we het  oppervlak.
Daardoor kunnen de enzymen beter bij de voedingsstoffen

Slide 4 - Slide

Ligging van de speekselklieren
Werking van verteringsenzymen

Slide 5 - Slide

Slokdarm
Met de tong duw je het voedsel de keelholte in. Door de slikreflex sluit je huig de neusholte af en het strottenklepje de luchtpijp. Het voedsel kan dan alleen de slokdarm in.
Door de darmperistaltiek wordt het voedsel naar de maag geduwd.

Slide 6 - Slide

Maag
Door de kringspieren en lengtespieren in de maagwand wordt het voedsel gekneed en vermengd met maagsap. Maagsap bestaat uit water, maagzuur en enzym en wordt geproduceerd door de
maagsapklieren

Functie maagsap:
   * Maagzuur doodt bacteriën
   * Het enzym in maagsap verteert eiwitten.

Slide 7 - Slide

Twaalfvingerige darm
Vanuit de maag komt het voedsel in de 12-vingerigedarm.
Deze vervoert de voedselbrij vervolgens richting de dunne darm. 
Terwijl het voedsel door de 12-vingerige darm 
gaat worden er vanuit de lever en de alvleesklier 
stoffen aan toegevoegd.
Gal uit de lever 
en alvleessap uit de alvleesklier.

Slide 8 - Slide

Lever
De lever produceert gal. De gal wordt vervolgens opgeslagen in de galblaas.
  • Gal is geen verteringssap! Gal emulgeert vetten. Het deelt vetten in kleine druppeltjes, zodat de enzymen er beter bij kunnen.

Slide 9 - Slide

Alvleesklier
De alvleesklier produceert alvleessap
Alvleessap bevat verschillende enzymen die 
eiwitten koolhydraten en vetten verteren

Slide 10 - Slide

Dunne darm
De dunne darm is ongeveer 6 meter lang. In de wand zitten darmsapklieren die darmsap produceren.
Darmsap bevat verschillende enzymen die 
de vertering van eiwitten en koolhydraten 
afmaken.

Slide 11 - Slide

Dunne darm:
Het slijmvlies van de dunne darm is sterk geplooid = darmplooien
Darmplooien hebben ook weer uitstulpingen. Dit zijn darmvlokken. Deze bevatten veel bloedvaatjes.
Groot oppervlakte, door darmplooien en de darmvlokken + veel bloedvaatjes zorgt voor snelle opname van stoffen.

Slide 12 - Slide

Door de plooien wordt het oppervlakte sterk vergroot en kunnen er snel en ven veel voedingsstoffen worden opgenomen.

Slide 13 - Slide

Blinde darm
Aan de onderkant van de dikke darm 
loopt de darm dood. Dit is de Blinde darm
Daaronder zit het wormvormig aanhangsel
Bij blindedarm ontsteking is dit aanhangsel 
ontstoken en niet de blinde darm zelf.

De blinde darm heeft geen functie bij de 
vertering.

Slide 14 - Slide

Dikke darm
Als de voedselbrij is aangekomen bij de dikke 
darm zijn alle voedingsstoffen eruit gehaald
Wat er nu nog over is, is een natte brij van 
onverteerde voedselresten.
De dikke darm haalt het grootste gedeelte
van het water uit de brij, waardoor deze indikt.

Slide 15 - Slide

Endeldarm en anus
De ingedikte en onverteerde voedselresten 
komen terecht in de endeldarm.
We noemen het dan ontlasting.
De endeldarm wordt afgesloten door een 
kringspier: de anus.
Als de endeldarm vol is krijg je aandrang om te 
poepen. Op het toilet ontspan je de kringspier
en wordt de endeldarm geleegd.

Slide 16 - Slide

Verteringssappen en wat ze verteren

  • Speeksel: zetmeel
  • Maagsap: eiwitten
  • Gal: vetten emulgeren
  • Alvleessap: Eiwitten, koolhydraten en vetten
  • Darmsap: Eiwitten, koolhydraten

Slide 17 - Slide

Slide 19 - Video