1KLT week 15

1KLT week 15
Woensdag: Grieks
1. Herhaling zelfstandig naamwoord 
2. Bijvoeglijk naamwoord 
-hoe zien die eruit?
-wat is congrueren?
-opgaven maken 
3. Reflectie op lesdoelen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

1KLT week 15
Woensdag: Grieks
1. Herhaling zelfstandig naamwoord 
2. Bijvoeglijk naamwoord 
-hoe zien die eruit?
-wat is congrueren?
-opgaven maken 
3. Reflectie op lesdoelen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
1. Je kunt substantieven en adjectieven herkennen. 
2. Je kunt substantieven en adjectieven benoemen 
(geslacht, getal en naamval).
3. Je kunt adjectieven laten congrueren met substantieven. 

Slide 2 - Slide

1. Vrouwelijk zelfstandig naamwoord (-α/-η) 
-Vergelijk de uitgang met het lidwoord. Wat valt er op?
 
-Wat betekent de ρει-regel ook weer?

Slide 3 - Slide

Onzijdig zelfstandig naamwoord (-o)
Wat maakt het onzijdig rijtje makkelijker te leren?

Slide 4 - Slide

Mannelijk zelfstandig naamwoord (-o-)
-Vergelijk de uitgang met het lidwoord. Wat valt er op?
 

Slide 5 - Slide

Mannelijk zelfstandig naamwoord(-α/-η) 
-De rijtjes lijken qua vorm op...
-Hoe zie je toch dat het mnl woorden zijn? 

Slide 6 - Slide

2. Bijvoeglijk naamwoord 
1. Je kunt substantieven en adjectieven herkennen.
2. Je kunt substantieven en adjectieven benoemen
(geslacht, getal en naamval).
3. Je kunt adjectieven laten congrueren met substantieven. 

Slide 7 - Slide

Adjectieven in het Grieks 
  1. In de woordenlijst herkennen aan de toevoeging ná de komma: bijv. καλός, -ή, -όν (zoek ook andere voorbeelden!)
  2. κακός (mnl) 
  3. κακή (vrl)
  4. κακόν (onz)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Congrueren=
Het adjectief past zich aan het substantief waar het bij hoort aan in: 
-getal
-geslacht
-naamval

Slide 12 - Slide

Dus: 
  1. δεινός φόβος (=mnl, ev, nom): de verschrikkelijke vrees 
  2. τὴν δεινήν θεὰν (=vrl, ev, acc): de verschrikkelijke godin 
  3. τὰ  δεινά δῶρα (=onz, mv, nom+acc): de verschrikkelijke geschenken 
  4. Nu de beurt aan jullie: benoem het substantief en congrueer φίλος met δεσπόται en νεανίας
  5. οἱ (φίλος) δεσπόται 
  6. τοὺς(φίλος) νεανίας

Slide 13 - Slide

Dus: 
  1. δεινός φόβος (=mnl, ev, nom): de verschrikkelijke vrees 
  2. τὴν δεινήν θεὰν (=vrl, ev, acc): de verschrikkelijke godin 
  3. τὰ  δεινά δῶρα (=onz, mv, nom+acc): de verschrikkelijke geschenken 
  4. Nu de beurt aan jullie: benoem het substantief
    en congrueer φίλος met δεσπόται en νεανίας
  5. οἱ φίλοι δεσπόται (=mnl, mv, nom): de geliefde meesters 
  6. τοὺς φίλους νεανίας(=mnl, mv, acc) : de geliefde jongemannen 

Slide 14 - Slide

Maak de opgaven op p.12 
1. Je kunt substantieven en adjectieven herkennen.
2. Je kunt substantieven en adjectieven benoemen
(geslacht, getal en naamval).
3. Je kunt adjectieven laten congrueren met substantieven. 

Slide 15 - Slide

Donderdag 
1. Vervolg Romeinse godsdienst
2. Opgaven maken 
3. Reflectie leerdoelen in portfolio 

Slide 16 - Slide

Lesdoelen: Je kunt 
☐de dagelijkse godsdienstige rituelen binnen een Romeinse gezin beschrijven.
☐vormen van bijgeloof bij de Romeinen en in de huidige samenleving opsommen.
☐de voornaamste Romeinse goden en godinnen herkennen aan hun attributen, hun namen weergeven en het domein benoemen waarin ze actief zijn.
☐de band tussen de Romeinse godsdienst en andere religies aanduiden.

Slide 17 - Slide

Ook typisch Romeins 
  • Fortuna: godin van het lot 
  • Bijgeloof (bijv. zwarte hond zien)
  • Amulet tegen boze oog
  • Vraag 3 in cultuurboek

Slide 18 - Slide

Het vereren van de goden 
  • Bij tempels 
  • Met offers: Do ut des 'Ik geef met de bedoeling dat u geeft'
  • Gebeden: voorbeeld cultuurboek lezen en vraag 4 in boek

Slide 19 - Slide

De samenstelling van de Romeinse goden (=pantheon) 
  • Niet van de ene op de andere dag 'ontstaan'
  • Etruskische invloeden  
  • Voorspellingen (filmpje)

Slide 20 - Slide

 De samenstelling van de Romeinse goden (=pantheon) 
  • Een andere belangrijke bron van inspiratie...?
  • De Grieken! Vanaf ongeveer vijfde eeuw v.Chr. 
  • Hoe? 
  • Wat namen ze over? 

Slide 21 - Slide

 Maar dat was nog niet alles...
  • Door militaire expansie in aanraking met andere culturen 
  • Isiscultus  
  • Egyptische godin
  • Verbonden met landbouw
  • Verering met veel muziek 

Slide 22 - Slide

 Maar dat was nog niet alles...
  • Door militaire expansie in aanraking met andere culturen 
  • Mithrascultus 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

 Maar dat was nog niet alles...
  • Door militaire expansie in aanraking met andere culturen 
  • Christendom 
  • In 4e eeuw na Chr. officiële staatsgodsdienst 

Slide 25 - Slide

 Werktijd 
Cultuurboek lezen, p. 10-13
Opgaven maken leerwerkboek,p.76-77 

Slide 26 - Slide

Lesdoelen: Je kunt 
☐de dagelijkse godsdienstige rituelen binnen een Romeinse gezin beschrijven.
☐vormen van bijgeloof bij de Romeinen en in de huidige samenleving opsommen.
☐de voornaamste Romeinse goden en godinnen herkennen aan hun attributen, hun namen weergeven en het domein benoemen waarin ze actief zijn.
☐de band tussen de Romeinse godsdienst en andere religies aanduiden.

Slide 27 - Slide