H3 zeep en anderes schoonmaakmiddelen

Schoonmaakmiddelen
zeep en andere stoffen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Schoonmaakmiddelen
zeep en andere stoffen

Slide 1 - Slide

hydrofiel: houdt van water
hydrofoob: is bang voor water

Slide 2 - Slide

Waarom lost benzine niet op in water?
A
het is een hydrofiele stof
B
het is een hydrofobe stof
C
de dichtheid is kleiner dan die van water
D
het blijft drijven op water

Slide 3 - Quiz

Stoffen die hydrofiel zijn, lossen op in water

Slide 4 - Slide

Stoffen die hydrofoob zijn, lossen op in benzine

Slide 5 - Slide

Zeep heeft bijzondere moleculen

Slide 6 - Slide

Waarom is het zeepmolecuul zo'n bijzonder molecuul?
A
omdat zeep kan schoonmaken
B
omdat zeep in water oplost
C
omdat het molecuul twee verschillende kanten heeft
D
omdat het molecuul lekker ruikt

Slide 7 - Quiz

micel
zeepmoleculen vormen
in water een bol met
de hydrofiele koppen
naar buiten en de
hydrofobe staarten
naar elkaar gericht

Slide 8 - Slide

Waar zullen de moleculen van
vettig vuil gaan zitten?
A
Dat kun je niet weten
B
In het water
C
Bij de staarten van de zeepmoleculen
D
Bij de kopjes van de zeepmoleculen

Slide 9 - Quiz

het hydrofobe vuil, voelt zich thuis bij de hydrobe staarten van zeep

Slide 10 - Slide

De micel met vuil daarin zweeft in het water en weggespoeld met het water.
.

Slide 11 - Slide

Een tweede reden waarom zeep werkt als schoonmaakmiddel

verlaging van de oppervlaktespanning van water

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

zeep verstoort de oppervlaktespanning van water

Slide 15 - Slide

Wat is het resultaat van het verlagen van de oppervlaktespanning?
A
de was blijft niet drijven op water in de wasmachine
B
het water kan dieper in de vezels van het wasgoed doordringen
C
de zeep kan dan beter schoonmaken
D
er passen meer moleculen van het vuil in de micellen

Slide 16 - Quiz

Andere soorten schoonmaakmiddelen

Slide 17 - Slide

Wat kun je (het beste) doen
met schoonmaakazijn?
A
kalk verwijderen
B
vet verwijderen
C
suiker verwijderen
D
verf verwijderen

Slide 18 - Quiz

Zure schoonmaakmiddelen zijn goed in het ontkalken

Slide 19 - Slide

Waar wordt ammonia vooral
voor gebruikt?
A
kalk verwijderen
B
vet verwijderen
C
suiker verwijderen
D
verf verwijderen

Slide 20 - Quiz

Basische schoonmaakmiddelen zijn goed in het ontvetten

Slide 21 - Slide

Waar wordt peut / terpentine / wasbenzine vooral
voor gebruikt?
A
kalk verwijderen
B
vet verwijderen
C
suiker verwijderen
D
verf verwijderen

Slide 22 - Quiz

Is er bij het gebruik van terpentine ook zeep nodig?
A
Ja, want het hydrofobe gedeelte van de zeep lost dan in de terpentine op
B
Ja, want het hydrofiele gedeelte van de zeep lost dan in de terpentine op
C
Nee, want het vettige vuil lost op in het hydrofobe terpentine
D
Nee, want het vettige vuil lost op in het hydrofiele terpentine

Slide 23 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 24 - Open question