Dementie (en delier)

Dementie
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 13 videos.

Items in this lesson

Dementie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
De student:
  • weet wat dementie is
  • herkent de symptomen van dementie
  • kent de fasen van dementie
  • leert mee te gaan in de beleving van de zorgvrager; zodat onrust wordt voorkomen en hierdoor de kwaliteit van leven van de zorgvrager wordt verbeterd
  • heeft zich verdiept in de verschillende benaderingswijzen bij de verschillende fasen van dementie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Dementie
Dementie is een progressieve hersenziekte, waarbij hersencellen krimpen of verbindingen raken beschadigd. Dit veroorzaakt een geheugenstoornis.

Stadia:
1. Beginnende dementie
2. Matig ernstige dementie
3. Ernstige dementie, cliënt is volledig afhankelijk
4. Ernstige dementie, spreekt nauwelijks en ligt in foetushouding.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Wat komt er in je op als je
denkt aan dementie?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Wat is dementie?
'Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen, ook wel dementiesyndroom genoemd, waarbij de hersenen niet meer in staat zijn om informatie goed te verwerken. Er zijn ruim vijftig hersenziekten die kunnen bijdragen aan het krijgen van dementie. 

De meest voorkomende vormen zijn de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie (door bloedvatschade), fronto-temporale dementie en Lewy-body-dementie.

Een op de vijf mensen krijgt dementie. De kans is voor vrouwen groter dan voor mannen, namelijk een op de drie vrouwen. Met het toenemend van de leeftijd neemt ook de kans toe: boven de negentig jaar heeft veertig procent van de mensen een vorm van dementie'.



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Symptomen dementie
Mensen met dementie hebben een combinatie van symptomen


Geheugenstoornissen
Met één of meer cognitieve stoornissen:
  • Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
  • Apraxie: verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
  • Agnosie: onvermogen om objecten te herkennen
  • Stoornissen in uitvoerende functies: zoals rekenen, logisch nadenken, plannen
  • Gedragsproblemen


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Ken je in je omgeving iemand met dementie?
Ja
Nee
Weet ik niet

Slide 10 - Poll

This item has no instructions

Vergeet je zelf wel eens iets? Hoe voelt dat?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Verschillende vormen
Dementie kent verschillende vormen:

  • Alzheimer (bekendste vorm)
  • Lewy-bodydementie
  • Vasculaire dementie
  • Frontaalkwab dementie

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Mild cognitive impairment (MCI)
Als er sprake is van een enkele cognitieve stoornis, bijvoorbeeld alleen een achteruitgang in het geheugen, dan wordt dit mild cognitive impairment (MCI) of milde cognitieve achteruitgang genoemd. De geheugenproblemen zijn wel groter dan passen bij de leeftijd, maar er is (nog) geen sprake van dementie. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

 alzheimer-nederland.nl
dementieinbeweging.nl en zorgvoorbeter.nl


Ziekteverloop in 3 of 4 fases
1. Bedreigde ik - beginnende dementie
2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
3. De verborgen ik - ernstige dementie
4. De verzonken ik - ernstige dementie


Slide 15 - Slide

1. Bedreigde ik - beginnende dementie
vergeetachtig voor omgeving nog niet altijd zichtbaar moeite met meer complexere taken, overzicht houden bijv financien, 

2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
Steeds meer geheugenproblemen, leeft meer in het verleden, 'verdwaaldgevoel', verminderde belangstelling, motoriek gaat achteruit 

3. De verborgen ik - ernstige dementie
leeft in een innerlijke belevingswereld, neemt zelf geen initiatief meer tot contact. Er is nog wel contact mogelijk, herkent mensen niet meer, tijdsbesef is weg . Volledig afhankelijk.

4. De verzonken ik - ernstige dementie
Volledige afhankelijkheid, brabbelwoorden en klanken. Emoties zijn moeilijk waarneembaar.  
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)



Bedreigde ik (of cognitieve fase)
Lichte verwarring. 

De zorgvrager realiseert zich dat hij wat verward is. Kan hierdoor somber zijn, zaken verbloemen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Verdwaalde ik

Verwardheid in tijd en lichte geheugenstoornis.

Kan per dag verschillen hierdoor ook communicatie problemen
Praat veel over vroeger
ADL zelfstandigheid neemt af

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Verborgen ik
  • Opvallende geheugenstoornissen zowel bij inprenting als het korte termijn geheugen
  • Desoriëntatie, decorumverlies en persoonlijkheidsveranderingen
  • Leeft vaker in het verleden dan in het heden
  • Heeft nauwelijks betrokkenheid bij de omgeving
  • Afasie, agnosie en apraxie

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Verzonken ik
  • Is geheel onbereikbaar. 
  • Herkent zijn eigen familie niet meer
  • Kan niet meer communiceren via taal
  • Reageren lichaam gebonden reageert alleen nog op de prikkels van de zintuigen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Specifieke gedragen van zorgvragers met dementie

  • Perseveren
  • Confabuleren
  • Verzamelzucht
  • Achterdocht
  • Decorumverlies
herhalen van vragen, operkingen, verhalen
het opvullen van gaten in het geheugen met (verzonnen) verhalen om de tekorten in het geheugen te verbloemen
verlies van uiterlijke waardigheid zoals waarden en normen

Slide 21 - Slide

Perseveren is het onvermogen om een handeling, gedrag, emotie of gedachtegoed te stoppen te veranderen. Ze kunnen dus bv. het gedrag wat ze tonen niet veranderen.
Confabuleren: dan vertelt iemand een overdreven, gefantaseerd of onwaar verhaal.
Decorumverlies: Onaangepast gedrag dat niet past bij de sociale omgeving. 
0

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Diagnostiek
Onderzoek geheugenpoli (geriater);
  1. Neuropsychologisch onderzoek:  test van geheugen, taal en aandacht. VB: MMSE, MoCA
  2. Beeldvorming: MRI/CT

Doel v/d diagnostiek:
  • Vaststellen van dementie en type dementie
  • Uitsluiten van andere oorzaken (bijv. beroerte, tumor)
  • Inzicht krijgen in de ernst

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Link

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Benaderingswijzen
  • Persoonsgerichte zorg
  • Communicatie aanpassingen
  • Activiteiten en stimulatie
  • Omgevingsaanpassingen 
  • Multidisciplinaire benadering 

Slide 27 - Slide

Persoonsgerichte zorg : Persoonsgerichte zorg bij dementie is een benadering waarbij de unieke behoeften, voorkeuren, gevoelens en levensgeschiedenis van de persoon met dementie centraal staan. 
Communicatie aanpassingen:
Stemgebruik en lichaamstaal:
Rustig en vriendelijk spreken: Gebruik een rustige toon om de persoon niet te overweldigen.
Duidelijke lichaamstaal: Non-verbale signalen zoals gezichtsuitdrukking en gebaren zijn vaak beter te begrijpen dan woorden.
Oogcontact maken
2. Taalgebruik aanpassen:
Eenvoudige woorden en korte zinnen: Vermijd complexe zinsconstructies of abstracte termen.
 Stel bijvoorbeeld één vraag tegelijk in plaats van meerdere vragen achter elkaar.
3. Structuur en herhaling:
Langzaam praten: 
Geen haast: 
4. Omgeving aanpassen:
Weinig afleiding: Zorg voor een rustige ruimte zonder storende geluiden of drukte.
Gebruik van visuele hulpmiddelen: Foto’s, tekeningen of objecten kunnen helpen om een gesprek te verduidelijken.
5. Actief luisteren:
Geduld tonen: Laat de persoon zijn of haar gedachten uitdrukken, ook al duurt het langer.
Let op non-verbale signalen: Mensen met dementie communiceren vaak via gezichtsuitdrukkingen, gebaren of houding.
Bevestiging geven: Gebruik knikken of kleine reacties zoals “Ja, ik begrijp het” om aan te moedigen.
6. Positieve en empathische benadering:
Vermijd corrigeren: Probeer de persoon niet te verbeteren als iets niet klopt; ga mee in hun verhaal, tenzij dit schadelijk is.
Focus op gevoelens: Begrijp de emotie achter wat iemand zegt, zelfs als de woorden niet logisch zijn.
Stimuleer interactie: Stel vragen die eenvoudig te beantwoorden zijn, zoals “Wil je koffie of thee?”
7. Aansluiten bij herinneringen:
Gebruik het verleden: Praten over vroegere ervaringen kan gemakkelijker zijn dan over het heden.
Gebruik bekende namen en gebeurtenissen: Dit kan een gevoel van vertrouwdheid en veiligheid geven.
8. Aanpassingen bij gevorderde dementie:
Meer non-verbale communicatie: Zoals een geruststellende aanraking of een glimlach.
Muziek en ritme: Zingen of samen neurieën kan een krachtige manier zijn om contact te maken.
Door communicatie aan te passen aan het stadium van dementie en de specifieke behoeften van de persoon, kan een vertrouwelijke en ondersteunende relatie wor

Belevingsgerichte zorg
ofwel: betekenisvolle zorg, aandachtsgerichte zorg, persoonsgerichte zorg,
positieve gezondheid of sociale benadering.
Belevingsgerichte zorg betekent:
● je stemt je zorg af op de specifieke en individuele belevingswereld van de
persoon met dementie en zijn of haar mantelzorger.
● je ziet de persoon met dementie als volwaardig.
● je verdiept je in zijn of haar belevingswereld en je kijkt naar de
mogelijkheden.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Welk van onderstaande antwoorden is GEEN symptoom van dementie?
A
Taalproblemen
B
Problemen met zien
C
Gewichtstoename
D
Onrust

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de meest voorkomende vorm van dementie?
A
Alzheimer
B
Vasculaire dementie
C
Lewy body dementie
D
Frontotemporale dementie

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Verschil Dementie/Delier
Symptomen van delier en dementie kunnen op elkaar lijken. Het grote verschil met dementie is dat dementie langzaam verergert, terwijl delier een acute situatie is die enkele uren tot dagen duurt.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Delier of dementie?

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Herkennen van een delier
Een delier kan erg lijken op een dementie.

Wat zijn de verschillen?
- het treedt acuut op, dementie niet
- het is tijdelijk, dementie niet
 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Ervaar hoe het is om dement te zijn...
Into D’mentia heeft een dementie-simulator ontwikkeld waarin gezonde mensen kunnen ervaren hoe het voelt om met dementie te leven. In deze speciaal ontwikkelde simulator ervaren gezonde mensen verwarring, onzekerheid, desoriëntatie en andere gevoelens die mensen met dementie dagelijks hebben. Door zelf dementie te beleven, ontstaat meer begrip voor de ziekte, een betere relatie en minder zorglast.

Zie filmpje op de volgende slide...

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions