Grammar - past simple (verleden tijd)
1. deze vormen van de verleden tijd, leer je uit je hoofd (zie woordenlijst)
2. ontkenning maken: didn't voor het hele werkwoord (I didn't go)
3. vraag maken: Did aan het begin van de zin (Did you go?)
Let op bij 'be': Was/were you at home? (niet: Did you be at home?)