Nakijken Over taal H1: 1, 3 - 9

- Nakijken Over taal H1 
- Leesles / werken aan boekverslag
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Nakijken Over taal H1 
- Leesles / werken aan boekverslag

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Woordenschat:

Je begrijpt de betekenis van verschillende examenwoorden en woorden uit diverse teksten.


Taalbeschouwing:

Je kent het verschil tussen een homoniem en homofoon.

Slide 2 - Slide

Nakijken Over taal H1: 3 (blz. 32)

  • 1                       afdingen = minder bieden dan de vraagprijs
  • 2                       concurrentie = strijd om  een ander te overtreffen
  • 3                       lokaal = plaatselijk
  • 4                       welgesteld = rijk
  • 5                       verschepen = per schip vervoeren



Slide 3 - Slide

Nakijken Over taal H1: 3 (blz. 32)

  • 6                       opperen = voorstellen
  • 7                       vakkundig = met veel kennis van het vak
  • 8                       feilloos = zonder fouten
  • 9                       ontdoen van = eraf halen
  • 10                     exporteren = verkopen aan andere landen



























6                       opperen = voorstellen

7                       vakkundig = met veel kennis van het vak

8                       feilloos = zonder fouten

9                       ontdoen van = eraf halen

10                     exporteren = verkopen aan
andere landen






Slide 4 - Slide

Nakijken Over taal H1: 4 (blz. 33)

  • 1                       concurreren – de concurrentie, de concurrent
  • 2                       verschepen – het schip
  • 3                       exporteren – de export



Slide 5 - Slide

Nakijken Over taal H1: 5 (blz. 34)

  • 1 Slot = C (kasteel)
  • 2 Hoop = B (wens of verwachting)
  • 3 Blik = A (kijkje)
  • 4 Ring = B (rondweg)
  • 5 Pit = B (brander op een gasstel)
  • 6 Kas = C (bewaarplaats voor geld)
  • 7 Groene = C (goed voor het milieu)
  • 8 Pak = C (kostuum)



Slide 6 - Slide

Nakijken Over taal H1: 6 (blz. 34)

1a twee zinnen met het woord 'maat'

1b twee zinnen met het woord 'stam'

1c twee zinnen met het woord 'kraan'

1d twee zinnen met het woord 'das'

Slide 7 - Slide

Nakijken Over taal H1: 7 (blz. 35)

  • 1                       zei
  • 2                       lach
  • 3                       bod
  • 4                       jou
  • 5                       pont
  • 6                       licht
  • 7                       eis
  • 8                       eentje

Slide 8 - Slide

Nakijken Over taal H1: 8 (blz. 35)

1  Een zin met 'zij'

2 Een zin met 'lag'

3 Een zin met 'bot'

4 Een zin met 'jouw'

5 Een zin met 'pond'

6 Een zin met 'ligt'

7 Een zin met 'ijs'

8 Een zin met 'eendje'

Slide 9 - Slide

Nakijken Over taal H1: 9 (blz. 35)

  • 1 wei = wij
  • 2 wei is een bestaand Nederlands woord. Spellingcontrole kijkt niet naar de betekenis, maar alleen naar de spelling.

Slide 10 - Slide

Oefenen op de methodesite

  • Ga naar SOM
  • Ga naar Leermiddelen
  • Klik op de link bij Nederlands
  • Ga naar Bijspijkeren
  • Ga naar Over taal
  • Maak 1. 

Slide 11 - Slide