Turnen

Lesopbouw:                       13-05-2019
Korte terugblik (5)
Theorie(10)
Opdrachten maken(30).  
Afsluiting(Feedback/Vooruitblik/Huiswerk) (10 minuten) 
 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesopbouw:                       13-05-2019
Korte terugblik (5)
Theorie(10)
Opdrachten maken(30).  
Afsluiting(Feedback/Vooruitblik/Huiswerk) (10 minuten) 
 

Slide 1 - Slide

Wat hebben we de vorige keer gedaan?
Belangrijkste punten over een presentatie doorgenomen.
Grammatica vragen beantwoord en besproken.

Slide 2 - Slide

Wat is het onderwerp?

Slide 3 - Slide

Muziek?

Slide 4 - Mind map

Wat is ons doel deze les?

Slide 5 - Slide

Doelstelling: Je krijgt inzicht in de manier van interviewen.
Waarom? Omdat je leert waar je op moet letten tijdens een interview, wat je sterke kanten en verbeterpunten zijn tijdens het interview. Je leert  informatie te verwoorden, te ordenen, vragen te beantwoorden en te stellen.
Wat ga je leren? Een interview af te nemen, te beoordelen.
Hoe? Door te oefenen.

 

 

Slide 6 - Slide

Let in het volgende fragment op de volgende zaken:

1. Let goed op wat voor soort vragen er worden gesteld?
open, gesloten of vervolgvragen? Noteer er twee.
2. Wat is het doel van dit interview?
3. Welk soort vragen worden het meest gesteld in dit interview?

Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

Opdracht interview: 
Wat moet je doen? 

Je gaat een klasgenoot interviewen over zijn/haar favoriete onderwerp.  
Een andere klasgenoot beoordeelt het gesprek.  
1. Verdeel de rollen:  
- interviewer  
- geïnterviewde  
- beoordelaar 

Slide 9 - Slide

Jullie wisselen na elk interview van rol, zodat iedereen een keer de interviewer is. 
Jullie voeren de opdracht dus drie keer uit. 

Slide 10 - Slide

2. De interviewer spreekt met de geïnterviewde af over welk onderwerp het gesprek gaat. 
De interviewer bedenkt drie open en drie gesloten vragen en schrijft die op. 
3. De interviewer en geïnterviewde voeren het gesprek. De beoordelaar luistert mee. 

Slide 11 - Slide

4. De interviewer houdt zich aan de volgende afspraken: 
   Zorg dat het  veilig is. 
 - Je vertelt de geïnterviewde over welk onderwerp het interview gaat. 
- Je stelt de open en gesloten vragen die je hebt bedacht. 
- Je luistert goed naar de antwoorden van de geïnterviewde 
- Je vraagt door als iets niet duidelijk is.

Slide 12 - Slide

- Je spreekt duidelijk en verstaanbaar. 
- Je blijft beleefd. 
- Je bedankt de geïnterviewde na afloop van het gesprek. 

Slide 13 - Slide

5. De beoordelaar vult de beoordeling in. 
6. Bespreek de beoordeling met zijn drieën. 
7. Ieder levert zijn beoordeling in bij de docent. 

Slide 14 - Slide


Huiswerk leerwerkboek deel B
Voorbereiden een presentatie zie de onderwerpen.
maken blz. 13 opdracht 2c, d en e
blz. 18 opdracht 1 
blz. 20 opdracht 3
blz. 22 opdracht 5

Slide 15 - Slide

De onderwerpen zijn:
1. Gelijke rechten
2. Democratie
3.Rechtstaat en rechtspraak
4. Veiligheid en Criminaliteit
5. Cultuur en identiteit
6. Multiculturele samenleving
7. Werk
8. Werknemerschap

9.  Geld
10. Duurzaamheid
11. Media
12. Gezondheid
13. Europese Unie
14. Mensenrechten 

Slide 16 - Slide

Wat is een feit?
A
Informatie die gegeven wordt.
B
Informatie wat je kunt bewijzen.
C
Informatie wat je niet kunt bewijzen .
D
Informatie met een mening.

Slide 17 - Quiz

Welke volgorde heeft een presentatie?
A
Middenstuk, slot en een inleiding
B
Inleiding, slot en een middenstuk.
C
Inleiding, middenstuk en een slot
D
Slot, inleiding en een middenstuk

Slide 18 - Quiz

Wat is een feit?
A
Informatie die gegeven wordt.
B
Informatie wat je kunt bewijzen.
C
Informatie wat je niet kunt bewijzen .
D
Informatie met een mening.

Slide 19 - Quiz

Kies het feit?
A
De blauwe vinvis is een mooie vis
B
De blauwe vinvis is het kleinste dier.
C
De blauwe vinvis is het grootste dier.
D
De blauwe vinvis is te groot om te zien.

Slide 20 - Quiz

Een interviewer interviewt iemand over zijn jeugd. Wat is het doel van de interviewer?
A
Meer weten over het onderwerp.
B
Meer weten over de persoon.
C
Meer weten over een interview.
D
Meer weten over de groep.

Slide 21 - Quiz

De interviewer stelt de vraag "En, wat zijn we aan het doen Freni?"
Dit is een voorbeeld van een
A
Gesloten vraag
B
Geen van beiden
C
Vervolgvraag
D
Open vraag

Slide 22 - Quiz

Wanneer kan je een vervolgvraag geven?
A
Als iemand iets vertelt wat je nog niet wist.
B
Als je een uitgebreider antwoord wilt.
C
Als je iemand de vrijheid wil geven om te zeggen wat hij wil.
D
Als je een kort antwoord wilt.

Slide 23 - Quiz