This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
BI/V/1: Bescherming & Antistoffen
Slide 1 - Slide
Wat denk je dat hier gebeurt?
Slide 2 - Slide
Wat zag je gebeuren? Wie is hier volgens jou de vijand en wie de verdediger?
Slide 3 - Open question
Na deze les kun je:
Beschrijven hoe antistoffen het lichaam beschermen tegen infecties en op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
Uitleggen hoe bepaalde stoffen een allergische reactie kunnen veroorzaken.
BVJ 4 VMBO | GT Thema 13.6 (blz.139)
AFWEER
Slide 4 - Slide
Afweer
Ziekteverwekkers = bacteriën, virussen, schimmels of dieren (parasieten)
Infectie; ziekteverwekkers dringen het lichaam binnen en vermenigvuldigen zich.
Lichaamsvreemde stoffen = stoffen die niet in je lichaam thuishoren.
BVJ 4 VMBO | GT Thema 13.6 (blz.139)
Tekst
Slide 5 - Slide
Algemene afweer (aangeboren)
Eerste verdedigingslinie die ziekteverwekkers tegenhouden:
De opperhuid
Slijmvliezen in de wand van luchtwegen en het darmkanaal
Maagsap
Witte bloedcellen
koorts
BVJ 4 VMBO | GT Thema 13.6 (blz.139)
Tekst
Slide 6 - Slide
Toch ziek!
Wanneer de algemene afweersysteem al bezig is geweest, maar kon de ziekteverwekker niet volledig stoppen, komt de specifieke afweersysteem in actie om de ziekteverwekker gericht uit te schakelen.
BVJ 4 VMBO | GT Thema 13.6 (blz.140)
Tekst
Slide 7 - Slide
Specifieke afweer (verworven)
Antistoffen passen alleen op de bijbehorende antigenen*
Slide 8 - Slide
Wat is het verschil tussen antistoffen en antigenen?
A
Antistoffen zitten op cellen en antigenen herkennen die
B
Antigenen zitten op cellen en antistoffen herkennen die
C
Er is geen verschil: is hetzelfde maar een andere naam
Slide 9 - Quiz
Immuun
Bij eerste infectie met ziekte leren witte bloedcellen de antistoffen te maken
Eerste infectie: ziek
Tweede infectie: witte bloedcellen maken snel veel antistoffen --> je wordt niet meer ziek = immuun
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Kunstmatige immuniteit
Ontstaat door inenting (vaccinatie)
Actieve immunisatie: wordt vaccin ingeënt met een dode of verzwakte ziekteverwekker --> persoon vormt zelf antistoffen
Passieve immunisatie: wordt serum ingeënt, met een of meer antistoffen --> persoon vormt zelf geen antistoffen
Slide 12 - Slide
Bestrijden ziekteverwekkers
Bacteriën: antibiotica
Virussen zijn niet te bestrijden, moet je uitzieken