Spelling 5.7 + 5.8

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Wat gaan we deze les doen?

- Terugkoppeling vorige les

- Doelen van deze les

- Theorie

- Huiswerk

Terugblik vorige les

Doelen vorige les:

-Kun je het werkwoordelijk gezegde (= wwg) in een zin herkennen en benoemen

-Kun je het onderwerp (= ond) en het bijvoeglijk naamwoord (= bvn) in een zin herkennen en benoemen

-Kun je voorzetsels in een zin herkennen en benoemen.

Doelen van deze les

Aan het einde van deze les:

-Ken je de regels die bij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd horen en kun je ze toepassen;

-Kun je de klankvaste werkwoorden in de verleden tijd op de goede manier schrijven  (ik-vorm + de(n) of ik-vorm + te(n).

Is de pv in de zin goed of fout gespeld? >>> De toetsen wordt meestal slecht gemaakt.

1. goed
2. fout

Is de pv in de zin goed of fout gespeld? >>> Op een werkstuk haalt je wel makkelijk een voldoende.

1. goed
2. fout

Is de pv in de zin goed of fout gespeld? >>> Ik kijk vol spanning toe.

1. goed
2. fout

Persoonsvorm in de verleden tijd

Maak de volgende opdracht af in je schrift:

Poetsen 

enkelvoud                        meervoud 

ik ..........                            wij ............

jij ..........                           jullie ............

hij/zij ........                       zij ............

Persoonsvorm in de verleden tijd

Maak de volgende opdracht af in je schrift:

Wandelen

enkelvoud                        meervoud 

ik ..........                            wij ............

jij ..........                           jullie ............

hij/zij ........                       zij ............

Oefenen met pv in de t.t. + v.t.

Blok 5: spelling

Maken:

5.7  opdr. 16      

5.8  opdr. 17 en 18              

KLAAR?         -Lezen      of www.jufmelis.nl     

Hopelijk is het weer gelukt!

aantal

240

aantal

Doelen van deze les

Aan het einde van deze les:

-Ken je de regels die bij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd horen en kun je ze toepassen;

-Kun je de klankvaste werkwoorden in de verleden tijd op de goede manier schrijven (ik-vorm + de(n) of ik-vorm + te(n).