aantal opdrachten activiteiten met verschillende doelgroepen

Begeleiding en activiteiten per doelgroep
Doelgroepen (levensfasen):
1. baby's
2. peuters
3. kleuters
4. schoolkinderen
5. jongeren
6. volwassenen
7. ouderen
dia 1
1 / 28
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Begeleiding en activiteiten per doelgroep
Doelgroepen (levensfasen):
1. baby's
2. peuters
3. kleuters
4. schoolkinderen
5. jongeren
6. volwassenen
7. ouderen
dia 1

Slide 1 - Slide

Baby's (0 tot 18 maanden)
Kenmerken:
* Veel verzorging
* Ontdekt de wereld d.m.v. zijn zintuigen
* Rond 18 maanden lopen baby's

Slide 2 - Slide

Activiteiten en aandachtspunten bij baby's:
 Activiteiten gericht op: 
 geluid en beweging (zintuigen)
praten tegen een baby
 naar muziek luisteren en zingen
kiekeboe-spelletjes



Slide 3 - Slide

OPDRACHT
Bij baby's kun je gebruik maken van spelmateriaal die gericht zijn op de zintuigen. zoek op internet, in reclamefolders of in tijdschriften voorbeelden van dit spelmateriaal. Maak hiervan een collage (fysiek of digitaal) en schrijf erbij welk zintuig wordt gestimuleerd, of een combinatie van de zintuigen.
Stuur dit in een apart word document op naar je docent in Cumlaude.
dia 18

Slide 4 - Slide

Peuters (11/2 tot 4 jaar)

Slide 5 - Slide

kenmerken van de peuter:
(bladzijde 60 boek)

Slide 6 - Mind map

Activiteiten en aandachtspunten peuters:
Activiteiten gericht op:
* stimuleren van de fijne motoriek;
* het doen (=proces) is belangrijker dan het eindresultaat
(product);
* dagelijks leven
*samen spelen, maar dat is nog moeilijk voor een peuter

Slide 7 - Slide

Bedenk 8 activiteiten voor peuters gericht op de motoriek?

Slide 8 - Mind map

kleuters (4 tot 6 jaar)
Een verschil tussen een peuter en een kleuter is dat een kleuter zindelijk is.
Schrijf nog 6 verschillende kenmerken op tussen een peuter en een kleuter?
(zie bladzijde 61 boek)

Slide 9 - Slide

Schrijf in 2 kolommen minimaal 6 verschillende kenmerken op tussen en peuter en een kleuter(bladzijde 61 boek)

Slide 10 - Open question

Activiteiten en aandachtspunten kleuter
Als je naar de soorten activiteiten kijkt dan zijn de onderstaande soorten spelen belangrijk voor kleuters.
a. Educatieve spelen
b. Sociale spelen
c. Sportieve spelen

Slide 11 - Slide

Bedenk voor een kleuter 1 activiteit die te maken hebben met de 3 soorten activiteiten van dia 25.
dia 26

Slide 12 - Open question

Voorlezen aan kleuters
Kleuters vinden het erg leuk om voorgelezen te worden.
Als je voorleest aan kleuters, dan is het belangrijk dat je vragen stelt over het verhaal.
Op de volgende slide zie je een afbeelding van een verhaal.
Bedenk hierbij 5 vragen die je over de afbeelding kunt stellen aan kleuters. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Bedenk bij de afbeelding van dia 28, 5 vragen die je hierover aan kleuters kunt stellen?

Slide 15 - Open question

Het schoolkind (6 tot 12 jaar)
Kenmerken:
* Leert lezen, schrijven en rekenen;
* Zelfredzaamheid is goed;
* Willen graag alles weten;
* Wisselen snel van vriendschap;
* Gevoelig voor sfeer;
* zelfstandigheid wordt steeds groter.

Slide 16 - Slide

Beschrijf 4 activiteiten voor schoolkinderen die te maken hebben met: educatie, competitie, computer en 'echte materialen'?
dia 31

Slide 17 - Open question

Ouderen (vanaf 65 jaar)
Kenmerken:
* Voor iedereen loopt het proces van ouder worden anders;
Dit heeft te maken met erfelijke factoren en hoe iemand geleefd heeft;
* Het leven wordt rustiger;
* meer ruimte voor vrijtijdsbesteding;
* leefwereld wordt kleiner.



dia 32

Slide 18 - Slide

Vragen naar aanleiding van dia 32:
Met welke 2 factoren heeft het proces van ouder worden te maken?

Slide 19 - Open question

Waardoor wordt het leven van een oudere rustiger?

Slide 20 - Open question

Noem 3 voorbeelden van vrijetijds-besteding voor ouderen?

Slide 21 - Open question

Ouderen vinden het soms lastig om ouder te worden. Leg dit uit?

Slide 22 - Open question

Leg uit dat de leefwereld van ouderen steeds kleiner wordt?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

ouderen
Beschrijf de 5 verschillende activiteiten die je ziet op de voorgaande slide voor ouderen.

Slide 25 - Slide

LSD en laat OMA thuis
Tijdens de uitvoering is het belangrijk dat je actief luistert.
Dit doe je door LSD toe te passen.
Belangrijk hierbij is dat je open vragen stelt.
Maak opdracht 39 blz. 66 boek.
OMA staat voor Oordeel, Mening en Advies.
Deze 3 dingen moet je dus niet doen tijdens een uitvoering van een activiteit.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

OPDRACHT WERKPLANNING KERSTACTIVITEIT
1. Kies een doelgroep en het aantal deelnemers;
2. Zoek een activiteit die te maken heeft met kerstmis;
3. Noem het soort activiteit;
4. noem het doel van de activiteit;
5. Werk de activiteitenplanning uit (wordt bijgeleverd via de mail)
6. Stuur deze naar je docent in Cumlaude

dia 42

Slide 28 - Slide