V5WB H9 les 2

H9 Logaritmische functies
Les 2
opgaven 1, 2,3, 4,5bcf, 6, 7, 8
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

H9 Logaritmische functies
Les 2
opgaven 1, 2,3, 4,5bcf, 6, 7, 8

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Wat een logaritme is
  • Oplossen van een logaritmische vergelijking
  • Standaardgrafieken

Slide 2 - Slide

9.1A Introductie logaritme
Los op: 2= 8

Slide 3 - Slide

9.1A Introductie logaritme
Los op: 2= 8
23 = 8 dus x = 3

Slide 4 - Slide

9.1A Introductie logaritme
Los op: 2= 8
23 = 8 dus x = 3
Wat nu als 2x = 9?

Slide 5 - Slide

9.1A Introductie logaritme
Los op: 2= 8
23 = 8 dus x = 3
Wat nu als 2x = 9?
Daar hebben we een oplossing voor!

Slide 6 - Slide

9.1A Introductie logaritme
Los op: 2= 8
23 = 8 dus x = 3
Wat nu als 2x = 9?
Daar hebben we een oplossing voor!
De inverse van de exponentiële functie->
logaritmische functie.

Slide 7 - Slide

De logaritme
Terug naar 2x = 8.
Tot welke macht moet je 2 verheffen om 8 te krijgen?

Slide 8 - Slide

De logaritme
Terug naar 2x = 8.
Tot welke macht moet je 2 verheffen om 8 te krijgen?

Dat schrijven we als: 2log(8)

Slide 9 - Slide

De logaritme
Terug naar 2x = 8.
Tot welke macht moet je 2 verheffen om 8 te krijgen?

Dat schrijven we als: 2log(8)
Dus als 2x = 8 dan geldt x = 2log(8)

Slide 10 - Slide

De logaritme
Terug naar 2x = 8.
Tot welke macht moet je 2 verheffen om 8 te krijgen?

Dat schrijven we als: 2log(8)
Dus als 2x = 8 dan geldt x = 2log(8)
Algemeen: gx = a  dan x = g log (a)

Slide 11 - Slide

Regels - deel 1
glog (ga) = a

Slide 12 - Slide

Regels - deel 1
glog (ga) = a
voorbeeld: 2log (8) = 2log(23) = x

Slide 13 - Slide

Regels - deel 1
glog (x) = y   <=> x = gy
voorbeeld:
2log (8) <=> 8 = 23

Slide 14 - Slide

logaritmische vergelijking oplossen
Voorbeeld: 2log (2x-1) = 3

Slide 15 - Slide

logaritmische vergelijking oplossen
Voorbeeld: 2log (2x-1) = 3
dan geldt 2x - 1 = 23
dus 2x - 1 = 8

Slide 16 - Slide

logaritmische vergelijking oplossen
Voorbeeld: 2log (2x-1) = 3
dan geldt 2x - 1 = 23
dus 2x - 1 = 8
2x = 9
x = 4,5

Slide 17 - Slide

9.1C Standaardgrafiek y = g log(x)

Slide 18 - Slide

9.1C Standaardgrafiek y = g log(x)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Nu maken
Maken opgaven 1, 2,3, 4,5bcf, 6, 7, 8

Slide 21 - Slide

Wat leer je nog meer in dit hoofdstuk?
  1. Berekenen van verdubbelings- en halveringstijden.
  2. Werken met logaritmische schaalverdelingen.
  3. Werken met e-machten en natuurlijke logaritmen.
  4. Differentiëren van exponentiële en logaritmische functies.

Slide 22 - Slide