This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
3.5 Kracht versnellen en vertragen
Les 1
Slide 1 - Slide
Huiswerkcheck
3.4 Krachten bij constante snelheid
Lezen: blz. 95 - 69
Maken: opdr. 45 t/m 49
Samenvatten: blz. 96
timer
5:00
Slide 2 - Slide
Vandaag
Je leert hoe de versnelling samenhangt met de resulterende kracht.
Je leert dat een resulterende kracht zorgt voor een snelheidsverandering.
Slide 3 - Slide
Kracht bij snelheidsverandering
Resulterende kracht met de bewegingsrichting = versnelde beweging
Resulterende kracht tegen de bewegingsrichting = vertraagde beweging
Slide 4 - Slide
Versnelde beweging
Slide 5 - Slide
Tweede wet van Newton
F=m⋅a
Slide 6 - Slide
Vrije val
Als je zonder enige vorm van wrijving valt noemen we dat een vrije val.
Tijdens een vrije val ben je gewichtloos
Slide 7 - Slide
Vrije val
Vrije val: is een val waarbij alleen de zwaartekracht werkt (dus geen luchtweerstand)
Een vrije val heeft een versnelling van 9,81 m/s2 (in Nederland)
dat noemen we de gravitatieconstante g
Slide 8 - Slide
WEL vrije val;
geen luchtweerstand
Slide 9 - Slide
GEEN vrije val;
vertraging door luchtweerstand
Slide 10 - Slide
Vallen met luchtweerstand
Bij een vrije val werkt alleen de zwaartekracht
De valversnelling is 9,81 m/s2 (op aarde)
Maar.. in het echt hebben we meestal geen vrije val.
Dit komt omdat er (bijna) altijd luchtweerstand is
Dus: nu zijn er twee krachten
Slide 11 - Slide
Val met luchtweerstand
1e deel: de snelheid neemt toe, maar de versnelling wordt kleiner.
Rond 10 sec bereikt de parachutist een constante snelheid
dit komt omdat de luchtweerstand steeds groter wordt met de snelheid
V = const --> krachten in evenwicht
Slide 12 - Slide
Aan de slag
3.5 Krachten bij versnellen en vertragen
Lezen: blz. 99 - 102
Maken: opdr. 52 t/m 56
Samenvatten: blz. 99 - 100
Slide 13 - Slide
3.5 Kracht versnellen en vertragen
Les 2
Slide 14 - Slide
Huiswerkcheck
3.5 Krachten bij versnellen en vertragen
Lezen: blz. 99 - 102
Maken: opdr. 52 t/m 56
Samenvatten: blz. 99 - 100
Slide 15 - Slide
Vandaag
Je leert hoe de versnelling samenhangt met de resulterende kracht.
Je leert dat een resulterende kracht zorgt voor een snelheidsverandering.
Slide 16 - Slide
Een fietser rijdt met een constante snelheid van 15 km/h over een asfaltweg.
A
De voortstuwende krachten zijn groter dan de tegenwerkende krachten
B
De voortstuwende krachten zijn kleiner dan de tegenwerkende krachten
C
De voortstuwende krachten zijn gelijk aan de tegenwerkende krachten
Slide 17 - Quiz
Een fietser rijdt met toenemende snelheid van een heuvel af
A
De voortstuwende krachten zijn groter dan de tegenwerkende krachten
B
De voortstuwende krachten zijn kleiner dan de tegenwerkende krachten
C
De voortstuwende krachten zijn gelijk aan de tegenwerkende krachten
Slide 18 - Quiz
Richtingsverandering
De resulterende kracht bepaalt de versnelling en de richting.
Slide 19 - Slide
Tweede wet Newton (die gast met appel en zwaartekracht)
Slide 20 - Slide
F = m x a
Tweede wet van Newton:
'als een voorwerp een resulterende kracht ondervindt, zal het versnellen met een versnelling die afhankelijk is van de grootte van de kracht en de massa van het voorwerp'
Slide 21 - Slide
Vrije val
Tijdens een vrije val : Fres = Fz
Er werkt alleen de zwaartekracht op het voorwerp.
Dus niet alleen Fz = m × g maar ook Fres= m × a
m × g = m × a , oftewel: a = g
g = 9,81 m/s2
Slide 22 - Slide
Met luchtweerstand
Linksonder zie je een (v,t)-diagram van een vallend object met luchtweerstand. Door de luchtweerstand wordt de valversnelling steeds meer afgeremd.
Wanneer we een raaklijn vanuit de oorsprong tekenen, krijgen we de versnelling in het begin, toen luchtweerstand nauwelijks aanwezig was. Die versnelling is de valversnelling, zoals op het (v,t)-diagram in de vorige sheet.