9.3 Ἀθῆναι ἤ Ποσειδωνία

1 / 47
next
Slide 1: Slide
GrieksSecundair onderwijs

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

ὁ Κέκροψ

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Duid de naamval, functie, rol van πρώτος aan.
A
nom. O
B
nom. NWD
C
nom. DVB
D
nom. BVB

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Duid de vertaling van λεγομένην aan.
A
OVD
B
die/dat-zin
C
HOWAT-zin
D
geen van de bovenstaande

Slide 7 - Quiz

Duid de naamval, functie, rol van Ἀκτὴν aan.
A
acc. LV
B
acc. BVB
C
acc. DVB
D
acc. BWB wijze

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Duid de vertaling van δεχόμενος aan.
A
ontvangend
B
die ontvangt
C
omdat hij ontvangt
D
hoewel hij ontvangt

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Duid de functie van πρῶτος aan.
A
nom. O
B
nom. NWD
C
nom. BVB
D
nom. DVB

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Duid de kern van βαλλομένῃ aan.
A
Ἀττικὴν
B
μέσῃ
C
τριαίνῃ
D
ἀκροπόλει

Slide 17 - Quiz

Duid de vertaling van βαλλομένῃ aan.
A
OVD
B
die/dat-zin
C
HOWAT-zin
D
geen van de bovenstaande

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Duid de naamval, functie, rol van δυναμέως aan.
A
gen. V
B
gen. BVB
C
gen. BWB middel
D
gen. BWB tijd

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Duid de naamval, functie, rol van τῆσδε τῆς κρήνης aan.
A
gen. V
B
gen. BVB
C
gen. BWB middel
D
gen. HV

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Duid de naamval, functie, rol van τῆς θαλάττης aan.
A
gen. V
B
gen. BVB
C
gen. BWB verwijdering
D
gen. HV

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

luisteren
horen
ἀκούει

Slide 27 - Drag question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Duid de vertaling van αὐτὴν aan.
A
haar
B
van haar
C
zelf
D
dezelfde

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Duid de naamval, functie, rol van καλλίστην aan.
A
acc. LV
B
acc. BWB wijze
C
acc. BVB
D
acc. DVB

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Duid de vertaling van διαλεγόμενοι aan.
A
sprekend
B
die spreken
C
terwijl ze spreken
D
geen van de bovenstaande

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

ze besluiten
ze beraadslagen
βουλεύονται

Slide 36 - Drag question

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Deze god(in) behoort tot τοὺς δώδεκα θεοὺς. 

Slide 40 - Drag question

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Is Kekrops een eerlijk man?
A
Ja
B
Neen

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Duid de juiste vertaling van ὀργιζόμενος aan.
A
boos
B
die boos wordt
C
terwijl hij boos is
D
omdat hij boos is

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Slide