lessonup week 9

Theorie M
Wortelverband:
dit verband herken je aan het wortelteken in de formule. De grafiek ziet eruit als een vloeiende kromme en als een halve parabool die op zijn zij ligt.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides and 12 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Theorie M
Wortelverband:
dit verband herken je aan het wortelteken in de formule. De grafiek ziet eruit als een vloeiende kromme en als een halve parabool die op zijn zij ligt.

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Theorie N
Machtsverband:
Deze herken je aan de macht in de formule. Ook deze grafiek ziet eruit als een vloeiende kromme. Zie de filmpjes. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

0

Slide 6 - Video

Theorie O
Exponentieel verband:
Je hebt hiervoor een startgetal een groeifactor en een exponent. De exponent staat voor de groeifactor en tussen het startgetal en de groeifactor staat een x.

Slide 7 - Slide

Theorie P
Exponentiële toename en grafiek.
De exponentiële toename kun je herkennen, je groeifactor is groter dan 1 ( >1). Hoe je ermee werkt en hoe het eruit ziet kun je zien in het filmpje.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Theorie Q
Expontiële groei en procenten.
De groeifactor moet je dan als volgt uitrekenen:
(100 + percentage groei)/100

Slide 11 - Slide

Theorie R
Exponentiële afname en procenten.
De groeifactor bereken je dan als volgtL
(100 - percentage afname)/100. Bij een exponentiële afname is je groeifactor altijd kleiner dan 1 ( <1). Bekijk de filmpjes hoe toename en afname met procent werkt.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Theorie S
Verdubbelingstijd en halveringstijd
De verdubbelingstijd is de tijd die nodig is om je startgetal te verdubbelen (exponentiële groei) en de halveringstijd is de tijd die nodig is om je startgetal te halveren (exponentiële afname).
Bekijk de filmpjes hoe dit werkt:

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Theorie T
Omgekeerd evenredig verband:
Stel je huurt voor een feestje een band en deelt de kosten met je vrienden. Hoe meer vrienden er komen, hoe minder iedereen hoeft te betalen, dit is een omgekeerd evenredig verband.
Bekijk het filmpje wat hierbij hoort.

Slide 18 - Slide

0

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video