Prepare L5 - Unit 7 - Present perfect and past simple

Past Simple / Present Perfect
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Past Simple / Present Perfect

Slide 1 - Slide

Today's checklist
-Je kent het verschil tussen de Past Simple en de Present Perfect
-Je kan de signaalwoorden noemen voor de Past Simple en Present Perfect
-Je kan in een zin de goede tijd (Past Simple of Present Perfect) invullen.

-Grammar Note: Past Simple vs. Present Perfect
-Do: Exercises at end of presentation

Slide 2 - Slide

Wanneer gebruik je de Past Simple?
Bij activiteiten/gebeurtenissen in het verleden
die afgelopen zijn.
Vaak staat er bij wanneer iets gebeurde.

I broke my leg in 2014
I met my boyfriend last summer


Slide 3 - Slide

Past simple: formule
+                  ond + ww- ed  OF ond + ww van het 2e rijtje
                    I walked to school / I ran to school.

-                  ond + didn't + hele ww
                    I didn't walk to school / I didn't run to school

?                  did + ond + hele ww?
                     Did I walk to school? / Did I run to school?

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden past simple
WALIBY
When
Ago
Last
In
Before
Yesterday

Slide 5 - Slide

Make a sentence in the past simple.

Slide 6 - Open question

Wanneer gebruik je de Present Perfect?

* bij gebeurtenissen in het verleden die nu nog bezig zijn
* bij ervaringen in het verleden
* je merkt nu resultaat van acties in het verleden

I can't run, I have broken my leg. (been is nog steeds gebroken)
I have known my boyfriend for 5 days. (je kent hem nog steeds)
I have been to London six times. (ervaring)

Slide 7 - Slide

Present Perfect
Vorm:
to have (has of have) + Volt. deelw.

Voltooid deelwoord:
regelmatige ww + ed
 onregelmatige ww -  3e rijtje

Slide 8 - Slide

Signaalwoorden present perfect
Fijne Jas
For, Yet, Never, Ever, Just, Always/Already, Since
+
How long
Recently
Lately

Slide 9 - Slide

Make a sentence
in the present perfect

Slide 10 - Open question

Past simple
Present perfect
since
just
recently
already
ever
not yet
so far
lately
a day ago
in 2019
the other day
last week
yesterday

Slide 11 - Drag question

We sang that song yesterday.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 12 - Quiz

We have known each other for three years now.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 13 - Quiz

I ...... that film yet.
A
didn't see
B
haven't seen

Slide 14 - Quiz

He ..... there yesterday morning.
A
went
B
has gone

Slide 15 - Quiz

........ to Paris yet?
A
Did they go
B
Have they been

Slide 16 - Quiz

....... her for three years.
A
I didn't see
B
I haven't seen

Slide 17 - Quiz

He ..... there since 2015
A
lived
B
has lived

Slide 18 - Quiz

I .... him an hour ago.
A
saw
B
have seen

Slide 19 - Quiz

I .... him a present on his birthday
A
gave
B
have given

Slide 20 - Quiz

I .... in London in 2016
A
lived
B
have lived

Slide 21 - Quiz

What have you learned?
Je weet het verschil tussen de Past Simple en Present Perfect en kunt dit toepassen, vaak met behulp van de signaalwoorden

Slide 22 - Slide

Today's checklist
-Je kent het verschil tussen de Past Simple en de Present Perfect
-Je kan de signaalwoorden noemen voor de Past Simple en Present Perfect
-Je kan in een zin de goede tijd (Past Simple of Present Perfect) invullen.

-Grammar Note: Past Simple vs. Present Perfect
-Do: online exercises - click here 
- Do: ask for extra worksheet and let me check it. 

Slide 23 - Slide