KWT 15.1

KWT 15.1
Herhaling 15.1 Bewegingen

Invullen enquête leerlingen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

KWT 15.1
Herhaling 15.1 Bewegingen

Invullen enquête leerlingen

Slide 1 - Slide

H15 Bewegingen
15.1 Bewegingen onderzoeken + 15.2 Snelheid en versnelling
 15.3 Eenparig versneld + 15.4 Eenparig vertraagd 

H16: Kracht en Beweging

PTA: H13 + H15 + H16 op 21 maart 2023



Slide 2 - Slide

Leerdoel:
Ik kan berekeningen maken met de snelheid, de afstand  en de tijd 

Ik kan 2 manieren omschrijven om beweging op beeld vast te leggen

Ik kan een (s,t)-diagram en een (v,t)-diagram aflezen en tekenen 
 (s,t = afstand - tijd)  ;  (v,t = snelheid - tijd)



Slide 3 - Slide

Wat is snelheid?
                  Snelheid zegt iets over hoe snel iets beweegt, bv ik fiets 18 km/h





  • Snelheid is een maat  voor de afgelegde weg in een bepaalde tijd
  • Veel gebruikte eenheid is KILOMETER per UUR (km/h)
  • officiële eenheid is METER per SECONDE (m/s)

Slide 4 - Slide

Snelheid omrekenen

18 km/h =   .......  m/s
  • 18 km/h = 18 : 3,6 = 5 m/s

10 m/s =  .........  km/h
  • 10 m/s = 10 x 3,6 = 36 km/h

Slide 5 - Slide

Berekenen snelheid

Ronald Mulder schaatst op 26 februari 2017 een Nederlands record op de 500 meter. 
Ronald zijn tussentijd na 100 meter was 9,52 sec, de eindtijd is            34,08 sec.  
Bereken de gemiddelde snelheid in m/s en in km/h over eerste 100 meter en de 500 meter.
 Gegevens
  • s1 = 100 m    ;  t1 = 9,52 s  ; 
  • s2 = 500 m  ; t1 = 34,08 s
Gevraagd
  • v1 = ?  in m/s en km/h  
  • v2 = ? in m/s en km/h
Formule
  • vgem = s : t
Uitwerking/Antwoord
  • 1:   vgem = 100 : 9,52 = 10, 50 m/s 
  • => 10,50 x  3,6 = 37,8 km/h
  • 2:  vgem = 500  : 34,08 = 14,67 m/s 
  • => 14,67 x 3,6 = 52,8 km/h

Slide 6 - Slide

Een atlete loopt de 100 meter in 11,1 seconden.
Bereken de gemiddelde snelheid.
A
v = 0,11 m/s
B
v = 1110 m/s
C
v = 111,1 m/s
D
v = 9,0 m/s

Slide 7 - Quiz

stroboscopische foto

Foto's van bewegende voorwerpen met een flitslamp met vaste tussentijden 
=> beweging wordt zichtbaar
Video-opnames

Beweging filmen => beelden (vertraagd) terug kijken 
(bv bestuderen botsproef)

Slide 8 - Slide

Stroboscopische fotos
De stroboscopische foto is een foto die momentopnamen van de beweging vastlegt d.m.v. een flitslamp met vaste tussentijden

Frequentie lamp 5 Hz  ;    (f = 1 /T  <=>  T = 1/f)
=> dwz elke seconde knippert de lamp 5x
=> tijd tussen opnamen is dan t = 1/5 = 0,2 s

Slide 9 - Slide

Je ziet een stroboscopische foto van een rollende bal. De stroboscoop gaf om de 0,1 s een flits. Hoeveel tijd is er verstreken?
A
7 s
B
8 s
C
0,7 s
D
0,8 s

Slide 10 - Quiz

Stel een stroboscopische lamp flitst 21 keer in 3 seconden.
Hoeveel flitsen zitten er dan in 1 seconde?
A
7 flitsen
B
63 flitsen
C
0,14 flitsen
D
24 flitsen

Slide 11 - Quiz

Stel een stroboscopische lamp flitst 21 keer in 3 seconden.
Hoeveel tijd zit er dan tussen iedere flits in?
A
7 seconde
B
63 seconde
C
0,14 seconde
D
24 seconde

Slide 12 - Quiz

Opgave 5 p. 142

De twee foto’s in afbeelding 8 zijn genomen met een tussentijd van 5,0 s. De foto’s zijn afgedrukt op schaal 1 : 200.
Bepaal met de gegevens uit de foto’s de gemiddelde snelheid van de fietser in km/h.
Gegevens:
  • lengte verschil = 7,0 cm
  • schaal = 1 cm : 200 cm
  • s = 7,0 cm x 200 = 1400 cm = 14 m (=0,014 km)
  • t = 5,0 s  (= 5 : 3600 = 0,001388889 h)
Gevraagd:
  • v = ? km/h
Formule:
  • s = v x t  ;  v = s : t
Uitwerking/Antwoord:
  • v = 14 : 5,0 = 2,8 m/s  
  • v = 2,8 x 3,6 = 10 km/h
  • (v = 0,014: 0,001388889 = 10 km/h)

Slide 13 - Slide

Eenparige (constante) beweging
Een beweging waarvan de snelheid constant blijft

Slide 14 - Slide

Eenparige (constante) beweging

Slide 15 - Slide

Eenparige versnelde beweging

Slide 16 - Slide

Eenparige vertraagde beweging

Slide 17 - Slide

De eenparige beweging
versneld, constant, vertraagd
De eenparige beweging
versneld, constant, vertraagd

Slide 18 - Slide

S,t-diagram maken!
Je kunt gegevens uit een stroboscopische foto verwerken tot een s, t diagram daarbij ga je als volgt te werk; (s = afstand, t = tijd)
  1.  Lees uit de foto af hoe groot de afgelegde afstand is op verschillende tijdstippen
  2.  Noteer deze gegevens over de tijd (s) en de afgelegde afstand (m) in een tabel 
  3.  Teken een s,t diagram met behulp van de      gegevens in de tabel

Slide 19 - Slide

Versnelling 
Als er een gelijkmatige toename in snelheid is!  
b.v.
na 1 seconde 3 m/s, na twee seconden 6 m/s en na drie  9 m/s
dan is de toename in snelheid 3 m/s elke seconde
DUS de versnelling is 3 m/s2


Versnelling = gemid. snelheid : gemid. tijd

Slide 20 - Slide

versnelling (of vertraging)
De versnelling ("a") is dus de snelheidsverandering die iedere seconde wordt geleverd.

a = versnelling (m/s2)  (accelaration)
v = snelheid (m/s)        (velocity)
t = tijd (s)                    (time)


Slide 21 - Slide

Voorbeeld berekening versnelling
Mark verlaat de bebouwde kom en hij versnelt eenparig gedurende 4,0 seconden. De snelheid neemt in die tijd toe van 50,4 km/h naar 86,4 km/h. Bereken de versnelling.
Reken de begin- en eindsnelheid eerst om naar m/s!

  • Gegevens:  ve = 86,4 km/h = 24 m/s ; vb = 50,4 km/h = 14 m/s  ; t = 4,0 s
  • Gevraagd:   a = ? m/s2
  • Formule:      a = (ve - vb) / t
  • Uitwerking:   a = (24 - 14) / 4 = 10 / 4 = 2,5 m/s2
  • Antwoord:    De versnelling is 2,5 m/s2

Slide 22 - Slide

Voorbeeld 
berekening versnelling

Mark verlaat de bebouwde kom en hij versnelt eenparig gedurende  4,0 seconden. 
De snelheid neemt in die tijd toe van 50,4 km/h naar 86,4 km/h. Bereken de versnelling.
Reken de begin- en eindsnelheid eerst om naar m/s!

Gegevens:
  • ve = 86,4 km/h = 24 m/s  
  • vb = 50,4 km/h = 14 m/s  
  • t = 4,0 s
Gevraagd:
  • a = ? m/s2
Formule:
  • a = (ve - vb) / t
Uitwerking:
  • a = (24 - 14) / 4 = 10 / 4 = 2,5 m/s2
Antwoord:
  • De versnelling is 2,5 m/s2

Slide 23 - Slide

Samenvatting
  • Bij een eenparige constante beweging verandert de snelheid niet. 

  • Met de formule voor snelheid (v) kun je de (gemiddelde) snelheid uitrekenen. 

Slide 24 - Slide

Samenvatting
  • Bij een eenparige constante beweging verandert de snelheid niet. 
  • Met de formule voor snelheid (v) kun je de gemiddelde snelheid uitrekenen. 
  • Met de formule voor versnelling (a) kun je de versnelling uitrekenen.

Slide 25 - Slide

En dan nu invullen enquente
waarom?
Op de lessen te verbeteren

Ik deel de mobiel uit

Slide 26 - Slide

Invullen Enquête leerlingen 
Waarom?
Om de lessen te verbeteren

site: www.vospiegel.nl 
Groepscode: WYT-EPG-CTH
Activatiecode: MJMPJ



Slide 27 - Slide

Bedankt voor het invullen

Slide 28 - Slide

En nu de theorie toepassen
Lees H15.2 eerst goed door

Maak opgaven van H15.2 (1 t/m 9 p. 152)

Slide 29 - Slide