1.4 (deel 2) en 1.5 Organellen en transport door membranen
Inleiding in de biologie
1.4 Organellen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 21 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Inleiding in de biologie
1.4 Organellen
Slide 1 - Slide
Opdracht 22
Lesplanning
1e lesuur
Terugblik basisstof 4: organellen
Opdracht: de cel als fabriek
Zelfstandig aan de slag met opdrachten bs 4
Begrippenlijst bs 5 maken
2e lesuur
Uitleg basisstof 5
Opdrachten basisstof 5
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Eiwitsynthese
Slide 3 - Slide
Aan de slag!
Wat?
Maak de opdracht 'de fabriek als cel'
Hulp nodig?
Meer hulp nodig?
Lees basisstof 4 (blz. 29 t/m 34)
Steek je vinger omhoog
Klaar?
Maak de begrippenlijst van basisstof 4 af
Aan de slag!
timer
15:00
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Aan de slag!
Wat?
Maak opdracht 34, 37, 38, 39, 40, 41, 42
Hulp nodig?
Meer hulp nodig?
Lees basisstof 4 (blz. 29 t/m 34)
Steek je vinger omhoog
Klaar?
Maak een begrippenlijst van basisstof 5: transport door membranen
Aan de slag!
timer
20:00
Slide 6 - Slide
Transport door membranen
Basisstof 5:
Transport van moleculen door membranen
Slide 7 - Slide
Leerdoelen
Na deze les kun je...
de concentratie van een oplossing berekenen.
uitleggen wat diffusie en osmose is en toelichten welke rol osmose speelt bij de stevigheid van planten.
beschrijven hoe transport van stoffen via (cel) membranen plaatsvindt.
Slide 8 - Slide
celmembraan BINAS 79D
Slide 9 - Slide
Transport door membranen
3 manieren waarop moleculen de cel in of uit kunnen gaan
Diffusie
- klein of vetachtige
Osmose
- water
Via transporteiwitten
- grotere moleculen
Slide 10 - Slide
Transport door membranen
Diffusie
Moleculen bewegen vrij.
Altijd van hoge naar een lage concentratie.
Kost geen extra energie (ATP)
Slide 11 - Slide
Osmose
Diffusie van water door een semipermeabel membraan
Semipermeabel/selectief permeabel membraan: hier kunnen kleine moleculen wel doorheen en grote niet
De opgeloste stoffen 'trekken' water aan
Watermoleculen verplaatsen van lage concentratie naar hoge concentratie -> hierdoor daalt waterniveau rechts en stijgt waterniveau links in oplossing, waardoor concentratie afneemt totdat LINKS = RECHTS
Slide 12 - Slide
Transport door membranen
Osmotische waarde
gaat alleen om de concentratie opgeloste stoffen.
zetmeel lost niet op
geen invloed op de osmotische waarde
NaCl splitst in water in Na+ en Cl-
hierdoor wordt de osmotische waarde 2x zo hoog
Dus 2% glucose-oplossing heeft een lagere osmotische waarde dan 2% NaCl-oplossing.
Slide 13 - Slide
Transport door membranen
Membranen zijn semi-permeabel
semi-permeabel = half doorlatend voor moleculen.
Membranen zijn opgebouwd uit fosfolipiden, waardoor vetachtige moleculen ("stereoïden") zich gemakkelijk door de membraan kunnen bewegen.
Kleine moleculen zoals gassen kunnen altijd door de membraan bewegen. Deze moleculen bewegen dan altijd van hoge naar lage concentratie.
Slide 14 - Slide
Transport door membranen
Osmose dierlijke cel
Tip voor toets
Maak een tekeningetje met pijlen. Dat maakt de opgave vaak een stuk duidelijker.
Slide 15 - Slide
Transport door membranen
Osmose plantaardige cel
de begrippen hyper- en hypotoon zijn altijd relatief; dus ten opzicht van....
Let daarom altijd goed op of de cel hypotoon of juist de omgeving hypotoon is.
Slide 16 - Slide
Osmose en zalm
Slide 17 - Slide
Transport door membranen
Membraaneiwitten
Eiwitten in membraan zorgen voor transport van
grotere / geladen moleculen.
Transport kan alle kanten op:
- van hoge naar lage concentratie: passief (kost geen extra energie)
- van lage naar hoge concentratie: actief (kost wel extra energie)
Tip voor toets
Maak een tekeningetje met pijlen.
Dat maakt de opgave vaak een stuk duidelijker.
Slide 18 - Slide
Osmose en context
Slide 19 - Slide
Osmose en context
De omgeving heeft door het zout een veel hogere osmotische gekregen, waardoor er water uit de cellen van de slak verplaatst zal worden. Hierdoor sterven de cellen van de slak.