Past Simple vs Past Continuous herhaling

Past Simple vs Past Continuous: herhaling
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Past Simple vs Past Continuous: herhaling

Slide 1 - Slide

Past Continuous
Op een bepaald moment in het verleden aan de gang was of wat je toen aan het doen was.

to be (was/were) + werkwoord + -ing

Slide 2 - Slide

Vorm
I was playing a game.
I wasn't playing a game.
Was I playing a game?

to be (was/were) + werkwoord + -ing

Slide 3 - Slide

Past simple
 iets is in het verleden is gebeurd en het is belangrijk wanneer het is gebeurd. 

Bij regelmatige werkwoorden eindigt de past simple op -ed.
Onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm.



Slide 4 - Slide

Vorm
I played football.
I didn’t play football.
Did you play football?

In ontkennende en vragende zinnen gebruik je did of didn’t + hele werkwoord.












Slide 5 - Slide

Let op!
werkwoord eindigt in medeklinker + e = medeklinker + -ing
to arrange - was / were arranging
ww eindigt in korte klinker -  enkele medeklinker verdubbelen + -ing
to plan - was/were planning
meerdere lettergrepen en eindigt in l - + -ing
to travel - was/were travelling

Slide 6 - Slide

Past simple vs. Past Continuous
  • Als je moet kiezen tussen de verschillende tijden let dan op het volgende:
  • Past simple gebruik je voor:
  • Afgeronde handelingen of gebeurtenissen op een bepaald moment in het verleden.
  • Past continuous gebruik je voor:
  • Om te zeggen dat iets een tijdje bezig was in het verleden.

Gebruik de past continuous voor de lange gebeurtenis en past simple voor de korte gebeurtenis/de onderbreking.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Simple past
Past continuous
was cycling
were doing
cried
slept
was studying
watched
was reading

Slide 9 - Drag question

Past simple or Past continuous?

I was having a shower.
A
Past simple
B
Past continuous

Slide 10 - Quiz

Past simple or Past continuous?

She ate an apple yesterday.
A
Past simple
B
Past continuous

Slide 11 - Quiz

In een zin met de past continuous EN de past simple, onderbreekt de .............. de .................... .
A
past simple de past continuous
B
past continuous de past simple

Slide 12 - Quiz

Past Simple and Past Continuous
Olga ___ (play) volleyball
when she was eight years old.
timer
0:20

Slide 13 - Open question

Past Simple or Past Continuous
What ___ Leo ___ (do)
when you called him yesterday?
timer
0:20

Slide 14 - Open question

Past simple or Past continuous:
My sister (do) the dishes when I (come home
timer
0:20

Slide 15 - Open question

Past Simple or Past Continuous
The internet ___ (not exist) in 1980.
timer
0:20

Slide 16 - Open question

past continuous or past simple::
Jack ........... (smoke) a cigarette
when the headmaster ............. (see) him.
timer
0:20

Slide 17 - Open question

Homework:
Study the Past Simple vs Past Continuous
Study words chapter 2

Make Part i in your online book (writing & grammar: modals)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video