Grammar Recap

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

                                             Grammar time! 

Lesson Program 

1 - Warm welcome

2 - Look back at last lesson (terugblikken op vorige les)
3 - Lesson goals (leerdoelen)

4 - Grammar: present simple vs present continuous

5 - Activating Activity (activerende opdracht)
6 - Exercises in book (opdrachten in boek)

7 - Lesson review (terugblikken op leerdoelen)

Look back at last lesson

1 - What did we do last lesson? (wat deden we in de vorige les) 
2 - What did you learn? (wat heb je geleerd)

- Denk na over deze vragen voor 10 tellen
- Steek je hand op als je antwoord wil geven

Lesdoelen 

1 - Aan het einde van deze les, kan ik de present simple toepassen in een Engelse zin
 2 - Aan het einde van de les, kan ik de present continuous toepassen in een Engelse zin
3 - Aan het einde van de les ken ik de belangrijkste verschillen tussen de present simple en present continuous als het gaat om regels

Present Simple

We gebruiken de present simple als we het hebben over:

1 - Feiten --> This book has a red color.

2 - Gewoonten --> Bart always bites his nails.

3 - Regelmatigheden --> These kids often play with each other.

Present Simple

We voegen een -s toe indien je een werkwoord gebruikt in de 3e persoon enkelvoud. In alle andere gevallen gebruik je gewoon het hele werkwoord (ook wel de stam genoemd).

- I sing my favourite song every day.

- Susan sings her favourite song every day.

Wat zijn de belangrijke uitzonderingen?

Werkwoorden die eindigen op -y:

- I fly to Denmark tomorrow. --> He flies to Denmark tomorrow.

- I buy some food. --> She buys some food.

Werkwoorden die eindigen met een sis-klank:

- to kiss --> My girlfriend kisses me.

- to catch --> He catches the ball.

Werkwoorden die eindigen op -o:

- to do --> My girlfriend does a lot of sports.

- to go --> He goes to that party.

Present Continuous

De duurvorm in de tegenwoordige tijd noemen we in de Engelse taal de present continuous. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende zinnen:

- Ik ben aan het sporten.

- We zijn aan het zingen.

- Bram zit te gamen.

Deze zinnen staan allemaal in de duurvorm tegenwoordige tijd. Het vindt allemaal NU plaats.

Present Continuous

Om de present continuous te maken heb je altijd 2 werkwoorden nodig. Namelijk een vervoeging van to be + werkwoord met -ing erachter.

1 - I am reading the newspaper right now.

2 - He is laughing at me at the moment.

3 - Do your hear that as well? She is waking up!

4 - Cynthia is currently cycling to school.

Present Continuous

Wat zijn belangrijke uitzonderingen?

Werkwoorden die eindigen op een -e:

--> de -e verdwijnt en je plakt -ing erachter.

Werkwoorden die eindigen op -c:

--> krijgen een k erbij voor -ing

Werkwoorden die kort zijn, één klinker in zich hebben & waarbij maar één klemtoon mogelijk is:

--> je verdubbelt de medeklinkers voor -ing.

Let op, dit geldt niet voor werkwoorden die eindigen op één klinker en een -y.

--> je gebruikt gewoon het werkwoord en plakt er -ing achter.

Werkwoorden die eindigen op een l, met één klinker ervoor:

--> je verdubbelt de letter L 

Mindmap Activity!

Instructies:
1 - Pak een groot blad met je buurman/buurvrouw

2 - Maak twee aparte cirkels met in cirkel 1: present simple en in cirkel 2: present continuous 

3 - Brainstorm samen over minstens 10 voorbeeldzinnen die je per cirkel kan bedenken

Hoeveel tijd? 10 minuten 

Wat zijn de verwachtingen? Actieve werkhouding, laag stemvolume, wees bezig met je eigen duo

Wat als ik eerder klaar ben? Dan mag je verder werken in het werkboek, in Unit 3

Na 10 minuten gaan we de posters bespreken

Exercises 

Use the exercise sheets I handed out

1 - Work on the exercises for 10 minutes 
2 - Question? Raise your hand or finger 

3 - Please be quiet so you and others can focus
4 - No earbuds/music 

Lesdoelen bespreken

Kijk naar de lesdoelen:
1 - Aan het einde van deze les, kan ik de present simple toepassen in een Engelse zin

 2 - Aan het einde van de les, kan ik de present continuous toepassen in een Engelse zin

3 - Aan het einde van de les ken ik de belangrijkste verschillen tussen de present simple en present continuous als het gaat om regels

Heb jij deze doelen voor vandaag behaald? Waarom wel of niet? 
Schrijf het op een blaadje in vijf zinnen