Inspiratie vroegsignaleren

Waar denk je aan bij vroegsignaleren?
1 / 10
next
Slide 1: Open question
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 1-8

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Waar denk je aan bij vroegsignaleren?

Slide 1 - Open question

Hoeveel % is hoogbegaafd?
A
ongeveer 0,7 %
B
ongeveer 2,3 %
C
ongeveer 8,4 %
D
ongeveer 13,6 %

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Belang van vroegsignaleren
Veel kinderen ervaren hun voorsprong als negatief. Ze kunnen zich niet spiegelen aan leeftijdsgenoten en ontwikkelen een onrealistisch zelfbeeld.
Een kind met een zwak zelfbeeld heeft veelal weinig zelfvertrouwen, durft minder goed sociale contacten aan te gaan en heeft meer kans om faalangst te ontwikkelen.
Het is van belang dat een ontwikkelingsvoorsprong vroegtijdig gesignaleerd wordt, zodat het kind zich begrepen voelt, een passend leeraanbod krijgt en een gezond zelfbeeld ontwikkelt en om te voorkomen dat het kind gaat onderpresteren.

Slide 6 - Slide

Growth mindset
Geef géén complimenten zoals: 'Wat goed dat jij dat al kan! Oh wat ben jij knap, je kan al lezen! Je geeft dan complimenten op iets waarvoor hij geen inzet voor hoeft te tonen, wat vanzelf ging. Zodra een kind iets niet vanzelf kan, kan hij snel in een fixed mindset komen. 

Geef juist complimenten op inzet: 'Dat heb jij goed gedaan!', of 'Goed geprobeerd!' Zo leert het kind al vroeg dat hij beloond wordt voor zijn doorzettingsvermogen. Ook al gaat iets mis, hij zal eerder geneigd zijn het nogmaals te proberen en ontwikkelt daarmee een growth mindset. 

Slide 7 - Slide

Signaleren bij jonge kinderen (1)
* het kind stelt veel denkvragen en/of levensvragen. 
* veel waarom -vragen. 
* nieuwsgierig, creatief, grote fantasie, wil zelf nieuwe dingen ontdekken. 
* eigen willetje, de dingen zelf willen doen en de lat hoog leggen. 
* snelle taalontwikkeling, vroeg of juist heel laat praten.
*  vroege interesse voor cijfers, letters, kleuren.

Slide 8 - Slide

Signaleren bij jonge kinderen (2)
* gedrag: terugtrekken, aanpassen of juist moeilijk gedrag laten zien
* van kleine dingen iets groots maken
* gevoelig, huilen snel en meer kan (over)bezorgd reageren, klassikale opmerkingen van de  
   leerkracht komen harder aan. 
* groot rechtvaardigheidsgevoel, kritisch instelling (afspraak is afspraak)
* perfectionisme / faalangst, ergens niet aan kunnen beginnen, omdat ze het niet kunnen zoals 
   het in hun hoofd zit.

Slide 9 - Slide

Hoogbegaafden vinden keuzes maken lastig.
Hoogbegaafde kleuters bestaan niet.
          WAAR
     NIET WAAR

Slide 10 - Drag question