3.3 Regelmaat

H3 - Formules en grafieken
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3 - Formules en grafieken

Slide 1 - Slide

3.3 Doel
Jullie kunnen zien of een tabel regelmaat heeft en zo ja, wat die regelmaat dan is.

Als een tabel regelmaat heeft, kunnen jullie de richtingscoëfficiënt berekenen

Slide 2 - Slide

Wat is regelmaat?
Regelmaat betekent dat als de toename of afname in de bovenste rij hetzelfde is, deze ook in de onderste rij hetzelfde is.
zit hier regelmaat in?

Slide 3 - Slide

regelmaat
Wel of geen regelmaat?

En zoja, is het dan regelmatige toename of afname?

Slide 4 - Slide

Heeft de tabel regelmaat?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien
D
Geen idee

Slide 5 - Quiz

Als deze tabel regelmaat
heeft wat is de regelmaat
dan?
A
de tabel heeft geen regelmaat
B
elk uur gaat er 3 cm af.
C
-3
D
3 cm

Slide 6 - Quiz

Wat is de
richtingscoëfficiënt?
A
60
B
40
C
20
D
Dat kan je niet weten!

Slide 7 - Quiz

                                Voorbeeld Richtingscoefficient


Richtingscoëfficiënt?

Slide 8 - Slide

Stapgrootte = richtingscoëfficiënt

Slide 9 - Slide

richtingscoëfficiënt = 

Slide 10 - Slide

richtingscoëfficiënt = 

Slide 11 - Slide

Heeft de tabel regelmaat? Zo ja, wat is de richtingscoëfficiënt (RC)
A
3
B
4
C
2
D
geen regelmaat

Slide 12 - Quiz

Regelmaat?
Zo ja, wat is de
richtingscoëfficiënt?
A
-30
B
30
C
Geen regelmaat
D
15

Slide 13 - Quiz

paragraaf 3.3, bladzijde 145
Maak de testopgave: controleer achterin
Maak de opgaven vanafa opgave 26 volgens je eigen leerroute
 




Aan de slag
Ik loop langs voor vragen en het huiswerk;  de grafieken

Slide 14 - Slide

H3.4 formule bij tabel
Blz 138 

Slide 15 - Slide

Lineaire formule
Inkomsten in Euro's = 80 + 5 x aantal uren

Variabele?
Begingetal?
Daal- of stijggetal?

Slide 16 - Slide

Formule bij tabel
Stel de formule op voor de onderstaande tabel...
Aantal
0
1
2
3
4
5
Euro's
25
31
37
43
49
55
Variabele onder in de tabel = begingetal + R.C x variabele boven in de tabel

Slide 17 - Slide

lineaire grafiek

Slide 18 - Slide

Hoort deze tabel bij een lineair stijgende grafiek of bij een lineair dalende?
A
lineair stijgend
B
lineair dalend
C
geen idee

Slide 19 - Quiz

Lineair of niet?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Een lineaire grafiek is een:
A
kromme lijn
B
rechte lijn
C
vloeiende kromme lijn
D
horizontale lijn

Slide 21 - Quiz

Les 1: H3.1: 1,2,4,5,6,8

Les 2+3: H3.2: 11, 12, 13, 15 t/m 17, 20, 23, 24
Les 4: H3.3: 25, 26, 28, 30, 31, 33

Weektaak

Slide 22 - Slide

3.1 - Lineair of niet

Slide 23 - Slide

Lineaire grafiek tekenen

Slide 24 - Slide

Grafieken tekenen

Slide 25 - Slide

Les 1: H3.1: 1,2,4,5,6,8

Les 2+3: H3.2: 11, 12, 13, 15 t/m 17, 20, 23, 24
Les 4: H3.3: 25, 26, 28, 30, 31, 33

Weektaak

Slide 26 - Slide

Les 2
Lesdoel:
Ik kan een grafiek tekenen bij een lineaire formule.
Ik weet wat variabel betekent en benoemen
Een woordformule kan ik korter schrijven.
Ik kan de eenheden bij de variabelen vinden.
Ik ken de begrippen stijggetal, daalgetal en richtingscoëfficiënt.




Slide 27 - Slide

Les 1: H3.1: 1,2,4,5,6,8

Les 2+3: H3.2: 11, 12, 13, 15 t/m 17, 20, 23, 24
Les 4: H3.3: 25, 26, 28, 30, 31, 33

Weektaak

Slide 28 - Slide

Les 3
Lesdoel:
Ik kan een grafiek tekenen bij een lineaire formule.
Ik weet wat variabel betekent en benoemen
Een woordformule kan ik korter schrijven.
Ik kan de eenheden bij de variabelen vinden.
Ik ken de begrippen stijggetal, daalgetal en richtingscoëfficiënt.




Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

grafieken tekenen

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

1. maak een tabel:

Slide 33 - Slide

2. Vul de tabel in

Slide 34 - Slide

3. Teken het assenstelsel

Slide 35 - Slide

Lineair of niet?
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quiz

Lineair of niet?
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quiz