Muy betekent erg en gaat altijd met bijvoeglijk naamwoord NOOIT met zelfstandig naamwoord
Era muy divertido = Het was erg leuk
Mucho kan zowel een bijvoeglijk naamwoord als een bijwoord (let op dan verandert het bijvoeglijk naamwoord bij vrouwelijk en meervoud) zijn en betekent veel (maar ook erg)
Als bijvoeglijk naamwoord:
Bijv. Hacía mucha calor Het was erg heet
bijv. Había mucha gente Er waren veel mensen
Als bijwoord:
Viajaba mucho. Hij reisde veel (hier zie je een werkwoord staan dus mucho in een vorm)
Slide 6 - Slide
imperfecto - indefinido
1. Beschrijving in het verleden
(landschap, mensen, weer, karakter, eten)
2. Als reden voor iets (vaak met porque)
3. Herhaling in het verleden
(vaak met todos los días, cada...)
1. Handelingen/acties in het verleden
2. Opsommingen achter elkaar
vaak met specifiek tijdstip
(jaartal, ayer, el verano pasado, hace 3 meses, anteayer, la semana pasada)