14.3

vervuiling
      
14.3
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

vervuiling
      
14.3

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Herhaling: je invloed op de aarde
- Uitleg 14.3
- Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Wat gebeurt er met jouw afval?
- huishoudelijk afval -->
   Nuttige toepassing:

- recycling (blik, glas, papier,    plastic)
- gft -> compost
- hergebruik (meubels, kleding)

Slide 3 - Slide


Verbranden
 restafval: - metalen -> recycled
- restavfal:
  Storten:
- vuilstort/vuilnisbelt
- zwerfafval (vooral plastic schadelijk)
Wat gebeurt er met jouw afval?

Slide 4 - Slide

Aan de slag
Huiswerk: 
14.2 --> 16, 20
14.3 --> 4, 5, 7

Slide 5 - Slide

Hoe raakt de lucht vervuild?

Slide 6 - Mind map

Wat zijn de gevolgen van luchtvervuiling?
Door verbranding van fossiele brandstof komen vrij:
- koolstofdioxide
- zwaveldioxide
- stikstofoxiden
--> dit noemen we uitstoot

Slide 7 - Slide

Wat zijn de gevolgen van luchtvervuiling?
Gevolgen van luchtvervuiling:
1. Fijnstof in de lucht
2. Smog
3. Verzuring

Slide 8 - Slide

Verzuring 
bron 6 en 7

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Opdrachten
Huiswerk: 4 t/m 7, 9, 10

Slide 11 - Slide

Hoe wordt afvalwater weer schoon?
- afvalwater
- rioolzuiveringsinstallatie
- mechanische reiniging: roosters->opvangtank->bezinkingstank
- biologische reiniging: - met behulp van bacteriën

Slide 12 - Slide

Welkom

Slide 13 - Slide

Kringlopen en luchtvervuiling
(Lucht)vervuiling heeft effect op kringlopen

Slide 14 - Slide

Hoe zat dat ook alweer?
  • Waterkringloop: als voorbeeld
  • Koolstofkringloop: complexer (toets!)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

14.3
  • Vervuiling heeft invloed op kringlopen!
  • Koolstof/zwaveldioxide, stikstofoxide uitstoot
  • blz 257/258
  • --> Fijnstof, Smog, Verzuring

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Dit heeft gevolgen!

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Broeikaseffect/opwarming
  • Overdag opwarming door zon, 's nacht houdt CO2 warmte vast ---> Natuurlijk broeikaseffect
  • Door meer CO2 in de atmosfeer koelt de aarde minder af   ---> Versterkt broeikaseffect

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Zelf doen
Blz 257 t/m 259 lezen
10 t/m 17 maken

Slide 23 - Slide

Welkom

Slide 24 - Slide

Vandaag
  • 14.3/14.4
  • Filmpje
  • Uitleg
  • Opdracht

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Hoeveel vervuiling verdragen organismen?
- habitat -> abiotische factoren
- tolerantiegrenzen
- tolerantiegebied
- optimumgrafiek
- vgl mens en werking enzymen


Slide 27 - Slide

Hoeveel vervuiling verdragen organismen?
- breed tolerantiegebied
- smal tolerantiegebied (gevoeliger voor veranderingen)
- aanpassingen ontwikkelen -> natuurlijke selectie
- nieuwe soorten

Slide 28 - Slide

Opdracht
In het filmpje werden enkele voorbeelden van dieren gegeven die zich hebben kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden
  • Gebruik zoveel begrippen als mogelijk uit je boek (blz 260-264) om de grote lijn van het verhaal weer te geven
  • Het gaat niet om de details maar om de begrippen! (oorzaak/gevolg)

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Wat mag je bij het gft gooien?
A
bananenschil, takken, kauwgom.
B
kaaskorst, onkruid, appel.
C
onkruid, appel, bananenschil.
D
kattenbakvulling, stenen, wortel.

Slide 31 - Quiz

Noem 3 manieren waarop je afval opnieuw kan gebruiken.

Slide 32 - Open question

Welke van onderstaande hoor niet in het riool?
A
Water met schoonmaakmiddelen.
B
Oude medicijnen.
C
Dranken en vloeibare etensresten.
D
wc-papier, nat toiletpapier.

Slide 33 - Quiz

Noem 1 fossiele brandstof.

Slide 34 - Open question

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
De aarde straalt minder warmte uit, het wordt steeds kouder.
B
De aarde straalt minder warmte uit, het wordt steeds warmer.
C
De aarde straalt meer warmte uit, het wordt steeds warmer.
D
De aarde straalt meer warmte uit, het wordt steeds kouder.

Slide 35 - Quiz

Wat zijn tolerantiegrenzen?
A
Een zone waar een organisme kan overleven.
B
De grens waarbij een organisme het best overleefd.
C
Aanpassingen die een soort ondergaat om te kunnnen overleven.
D
Minimum- en maximumgrens van een abiotische factor.

Slide 36 - Quiz

Wat is geen fossiele brandstof?
A
steenkool
B
aardgas
C
aardolie
D
aardkool

Slide 37 - Quiz

Stellingen

1. Statiegeld op blikjes gaat helpen.

2. Mensen die meer rijden zouden meer belasting moeten betalen.

3. De school moet meer aandact geven aan de rommel in de pauzes. Hoe zouden ze dat dan moeten doen?
Als je antwoord geeft, vertel ook waarom je iets vind!

Slide 38 - Slide

Quiz over het scheiden van afval

Slide 39 - Slide

Huiswerk

Maken 14.3 Vervuiling

Slide 40 - Slide