Intervisie

Niveaus van intervisie:

1. Niveau van de casus (single loop)
   vragen: Wat zou effectiever zijn?
                 Wat zou ik kunnen doen?
                 Welke alternatieven heb ik?
                 Wat werkte goed en wat kon beter?

inhoud van casus staat centraal. De achterliggende intervisievraag en diepgang komen minder aan bod. Nadenken over acties.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
intervisieWOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Niveaus van intervisie:

1. Niveau van de casus (single loop)
   vragen: Wat zou effectiever zijn?
                 Wat zou ik kunnen doen?
                 Welke alternatieven heb ik?
                 Wat werkte goed en wat kon beter?

inhoud van casus staat centraal. De achterliggende intervisievraag en diepgang komen minder aan bod. Nadenken over acties.

Slide 1 - Slide

2. Niveau van kenmerken van handelen (double loop)
    vragen: Wat is mijn stijl?
                 Wat zou ik kunnen doen?
                 Welke werkwijze kies ik en waarom?
                 Wat is kenmerkend voor mijn manier van werken?

(Het handelen van) de casusinbrenger staat centraal. De manier waarop iemand handelt wordt duidelijk (Hoe je het doet).
Op meer situaties toepasbaar.
Je vraagt je af wat er gebeurt en je wilt de patronen begrijpen. Waarom werkt een oplossing?

Slide 2 - Slide

2. Niveau van opvattingen (triple loop)
   vragen: Welke opvattingen liggen hieraan ten grondslag?
                 Waaruit zijn die te verklaren?
                 Wat is de betekenis en de uitwerking hiervan in de
                  betreffende situatie?
                 Welke aannames over mijn vak/mijzelf en anderen
                 worden duidelijk tijdens de casus?
                 Wanneer werd het voor mij ongemakkelijk en wat
                 betekent dit?
professionele en persoonlijk opvattingen v casusinbrenger. Waarom je wat doet. Waarom willen we veranderen? reflecteren. Inzicht en bewustwording van principes en de context.

Slide 3 - Slide

Hoe meer diepgang het leren met intervisie krijgt, hoe groter de ervaren meerwaarde en voorgenomen verandering van de professional.

meerwaarde:
innemen ander perspectief en het formuleren van handelen.
kijken naar het eigen vraagstuk over het werk en daardoor ruimte krijgen voor nieuw handelen.

nodig: veiligheid groep en vragen die inbrenger wat doen, die hen raken of tot nadenken stemmen. Door de juiste vragen leert de inbrenger nieuwe kanten aan zijn intervisievraag zien.

Slide 4 - Slide

Enkelslag         regels            moeten/mogen                     verbetering
dubbelslag       inzichten       weten/begrijpen                    vernieuwing
drieslag            principes       durven/willen en zijn             ontwikkeling

drieslag zorgt voor blijvende verandering!

Slide 5 - Slide

Helpende vragen:


Slide 6 - Slide


Incidentenmethode

- een gebeurtenis uit de werksituatie van een deelnemer
  wordt op een gestructureerde wijze besproken. 

-  deze gebeurtenis heeft een emotie opgeroepen


Slide 7 - Slide


- De incidentenmethode is een methode die een gesprek
   stapsgewijs behandelt en een korte heldere analyse van
   een probleem geeft. 

- Aan het eind van het gesprek kan de inbrenger een
  keuze maken uit de verschillende handelingssuggesties.
  waarmee hij iets wil doen.

Slide 8 - Slide

Afspraken:

- We gaan respectvol met elkaar om.
- Wat we bespreken blijft binnenskamers.
- We formuleren de vragen positief.

Slide 9 - Slide

Opbouw gesprek

Slide 10 - Slide

Intervisie | 23 maart 2021

1. Iedereen brengt casus in
2. We kiezen een casus
3. Toelichting op gekozen casus
4. Vragenronde (de situatie duidelijk krijgen)
5. Analyse van de situatie
6. Rondje adviezen
7. Reactie van inbrenger op adviezen
8. Wat neem je mee......

Slide 11 - Slide

    Toelichting op een incident
    Vertellen wat er gebeurde en
    de gevoelens die daarmee
    gepaard gingen.
    De groep oppert geen ideeën en
    oplossingen enz. 
Toelichting 

Slide 12 - Slide

  
  •   Elke deelnemer noteert vragen om informatie.

  •   Ieder groepslid noteert voor zichzelf vragen die
       men heeft om meer inzicht in het incident te
       krijgen.

  •   Mondelinge vragen zijn nog niet toegestaan.
       (5 min)     
Vragen noteren 

Slide 13 - Slide

  • De leden van de groep stellen informatieve, inhoudelijke vragen aan de inbrenger. 

  • Dit zijn vragen naar wie, wat,
     waar en hoe. (10 min)  
Informatieronde 

Slide 14 - Slide

Ieder schrijft voor zichzelf zijn/haar beeld van het probleem op. 

Wanneer iedereen klaar is worden de verschillende percepties op een scherm genoteerd. (5 min) 
Percepties 

Slide 15 - Slide

Wat is je beeld van het probleem?

Slide 16 - Mind map

- De inbrenger geeft een reactie op de
  verschillende percepties die op het scherm zijn
  genoteerd. 


- De groep praat over de verschillende percepties
  en de inbrenger kiest uit met welke wordt verder
  gegaan. (5 min) 
Percepties 

Slide 17 - Slide

- De groepsleden delen hun
  ervaringen met soortgelijke
  vraagstukken en situaties. 

- De suggesties worden op een
  scherm genoteerd. (10 min) 
Delen ervaringen en percepties 

Slide 18 - Slide

Wat zijn jouw suggesties?

Slide 19 - Mind map

- De inbrenger begint en geeft aan
  welke suggesties hij/zij gaat
  gebruiken

- Daarna vertellen de anderen wat
  zij hebben opgepikt uit de inhoud
  van deze bijeenkomst.
Wat neem je mee?  (inhoud)

Slide 20 - Slide

- Iedereen reflecteert op de sessie 

 (manier van werken, eigen inbreng
  hierin e.d.) 
Wat neem je mee?  (proces)

Slide 21 - Slide


Wat neem je mee van deze bijeenkomst?

Slide 22 - Open question


Hoe vond je deze bijeenkomst?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Tips en Tops

Slide 24 - Mind map