1.2 Verstedelijking deel 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k, t, havo
• Leerjaar 1

1.2 Verstedelijking

Wat gaan wij vandaag doen?

• Terugblik op de vorige les
• Leerdoelen voor vandaag
• §1.2 Verstedelijking in Nederland


• Aan de slag!

Wat is het verschil tussen een dorp en een stad?

Leerdoelen voor vandaag

• Je weet wat de kenmerken van een stad zijn
• Je weet hoe steden in Nederland zijn ontstaan

Aantekeningen maken

Pak je device of je aantekeningen schrift erbij!

Bij stedelijke functies moet je denken aan:

• groot aanbod aan huizen.
  
  
• veel verschillende soorten werk.
  
  
• vervoer naar andere delen van Nederland of het buitenland.
  
  
• veel voorzieningen (scholen, theaters, winkels etc.)

Het begin van een moderne stad

• Steden zijn ontstaan vanuit dorpen (middeleeuwen)
  
• Echte moderne steden ontstonden pas in 1850 dankzij de Industriële Revolutie
  

Het begin van een moderne stad

Vanaf 1850 zijn de eerste moderne steden ontstaan.

•  Uitvinding van machines
• Werk in fabrieken (ook door kinderen)
• Mensen verhuisden van platteland naar de stad

      = Verstedelijking

Urbanisatie

Urbanisatie = mensen verhuizen van het platteland naar de stad, waardoor de stad groeit.

Vooral na de Tweede Wereldoorlog groeiden de steden razendsnel.

Er kwamen veel nieuwe wijken voor jonge gezinnen.

Hoge bevolkingsdichtheid.

Kort na de Tweede Wereldoorlog werden er veel nieuwe woningen gebouwd. Wat kan je zeggen over deze huizen? Twee antwoorden zijn goed

1. De huizen waren luxe
2. De huizen werden snel gebouwd
3. Er werden vooral flats en rijtjeshuizen gebouwd
4. Kwaliteit was heel belangrijk

Suburbanisatie

Suburbanisatie = mensen trekken weg uit de stad om ergens anders te wonen (platteland).

• Vanaf 1960 vertrekken mensen uit de stad:
  - Steeds meer mensen hebben een auto.
  - Er werden meer wegen aangelegd.

Redenen waarom mensen naar het platteland verhuizen:

• Meer groen
• Meer rust
• Meer ruimte

Mensen die buiten de stad wonen, maar in de stad werken zijn forensen.

De stad

1.  Minstens 50.000 inwoners

2. Mensen wonen dicht bij elkaar

3. Alles wat mensen nodig hebben om te leven:

    - veel soorten huizen

    - veel soorten werk

    - vervoer naar andere plaatsen in Nederland of het buitenland

    - veel voorzieningen

Reistijd tot het ziekenhuis dat het meest dichtbij is

Wat hebben wij vandaag geleerd?