H1.3 Zuivere stoffen en mengsels deel 2

H1 Materialen en stoffen
Les 5 
Zuivere stoffen en mengsels

NOVA 3H H1.3
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1 Materialen en stoffen
Les 5 
Zuivere stoffen en mengsels

NOVA 3H H1.3

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Huiswerk controle
  • Leerdoelen van 1.3
  • Uitleg
  • Demo practicum
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

Huiswerk controle
opgave 7 t/m 9 paragraaf 2 en 1,4 van paragraaf 3

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind kun je:
  • op macro- en microniveau het verschil uitleggen tussen homogene en heterogene mengsels
  • een aantal mengsels op macro- en microniveau beschrijven
  • berekeningen uitvoeren aan de samenstelling van mengsels: massa%, volume% en g/L


Slide 4 - Slide

Mengsel op macroniveau
Mengsel op microniveau

Slide 5 - Slide

Mengsel
Heterogene mengsels zijn mengsels waarin je de verschillende  stoffen met het oog of onder een microscoop kunt zien. Op microniveau zijn de stoffen niet als losse moleculen gemengd.

Homogene mengsels zijn mengsels waarin de verschillende bestanddelen goed gemengd zijn. Op microniveau zijn de stoffen als losse moleculen gemengd
NOTEER

Slide 6 - Slide

Heterogene mengsel
Homogene mengsel

Slide 7 - Slide

Soorten mengsels     NOTEER
Een oplossing is een helder mengsel van een vaste stof of een vloeistof die opgelost is in een vloeistof.



Een suspensie is een troebel mengsel van een vaste stof die slecht oplost in een vloeistof.
= oplosmiddel

Slide 8 - Slide

Soorten mengsels     NOTEER
Een emulsie is een troebel mengsel van vloeistoffen waarbij kleine druppeltjes van de ene vloeistof verdeeld zijn in de andere vloeistof. 


Slide 9 - Slide

Soorten mengsels
Een mengsel bestaat uit twee of meer stoffen.
Een helder mengsel is homogeen: de stoffen zijn volledig gemengd
Een troebel mengsel is heterogeen: de stoffen zijn niet volledig gemengd.
betekenis fase-aanduidingen:
(s) = solid > vaste stof
(l) = liquid > vloeistof
(g) = gas > gas
rook
(s) + (g)
nevel
(l) + (g)

Slide 10 - Slide

DEMO practicum 
Welke zijn homogene mengsels en welke zijn heterogene mengsels?
En wat voor soort homogene of heterogene mengsels zijn het? (Denk aan suspensie, emulsie etc.)


Slide 11 - Slide

Homogeen mengsel
Heterogeen mengsel
Emulsie
Oplossing
Rook
Legering
Suspensie
Vaste stoffen mengsel
Nevel
Gas mengsel

Slide 12 - Drag question

Aan de slag

Lees blz 25 t/m 29
Maak van §1.3 5,6,7+9


Slide 13 - Slide