Tg 6 L13- Flexibele oplossingsmethoden

• Wiskunde
• Lager onderwijs

Welkom bij de les wiskunde

Neem je werkboek erbij pagina 18.

Bij oefening 1 moet je een optelling maken met 3 getallen.

Kijk heel goed naar deze getallen en markeer de getallen die je heel gemakkelijk kunt samentellen (puzzeltje maken)

bijvoorbeeld:  

305 + 212 + 295 = 600 + 212 = 812

Probeer nu oefening 1 op te lossen.

Oefening 2: Hier gaan we flexibel rekenen. 

We gaan dan een getalletje zoeken dat heel dicht bij een honderdtal ligt. 

... + 199 = ... + 200 - 1 = ...    Aangezien we eentje te veel bijgeteld hebben moeten we daarna ook eentje wegdoen.

... - 199 = ... - 200 + 1 = ... Aangezien we er hier eentje te veel weggedaan hebben moeten we daarna er eentje bijdoen.

Als we dus flexibel gaan rekenen dan kiezen we een honderdtal dat het dichtst bij een getal ligt. 

Als je iets te veel bij doet, moet je het terug wegnemen.

bv.  256 + 399 = 256 + 400 - 1 = ...

Als je iets te veel weg doet, moet je het terug bijdoen.

bv. 337 - 198 = 337 - 200 + 2 = ...

Oefening 3: Eerst de haakjes uitrekenen, dan pas de rest.

(85 - 40) - 15 = 45 - 15 = 30

85 - (40 - 15) = 85 - 30 = 55

 

We zien dat de uitkomst verschillend is. 

Dus bij een aftrekking mogen we de haakjes NIET verplaatsen.

Oefening 4: Is een oefening op het flexibel rekenen. 

Dus daar mag je 1 getal afronden naar het dichtsbijzijnde honderdtal. Opgelet: wat je er te veel bijtelt, moet je er nadien weer aftrekken.

Ben je klaar met alle oefeningen? Ga dan door naar de volgende slide met de verbetersleutel en verbeter met groen.