What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Scheidbare werkwoorden - A1
Scheidbare werkwoorden
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
NT2
Beroepsopleiding
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Scheidbare werkwoorden
Slide 1 - Slide
Kies de goede zin.
A
De hond vrolijk binnenkomt.
B
De hond komt vrolijk binnen.
C
De hond binnen vrolijk komt.
D
De hond vrolijk binnenkomen.
Slide 2 - Quiz
Kies de goede zin.
A
Hij komt vanavond voor koffie langs.
B
Hij langskomt voor koffie vanavond.
C
Hij voor koffie vanavond langskomen.
Slide 3 - Quiz
Kies de goede zin.
A
We komen om zes uur bij oma aan.
B
We aankomen om zes uur bij oma.
C
We om zes uur bij oma aankomen.
Slide 4 - Quiz
Kies de goede zin.
A
Ze uitstappen bij de laatste bushalte.
B
Ze stappen uit bij de laatste bushalte.
C
Ze stappen bij de laatste bushalte uit.
Slide 5 - Quiz
Kies de goede zin.
A
Het ziet er buiten koud uit.
B
Het ziet buiten koud eruit.
C
Het buiten koud eruitziet.
D
Het buiten koud eruitzien.
Slide 6 - Quiz
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
Hij ... om acht uur ... (binnenkomen).
Slide 7 - Open question
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
Jij ... ... vandaag leuk ...! (eruitzien)
Slide 8 - Open question
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
Ik ... je voor mijn feestje ... (uitnodigen)
Slide 9 - Open question
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
... je een jas ...? (meenemen)
Slide 10 - Open question
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
Ik ... de pizza vanavond ... (afhalen).
Slide 11 - Open question
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
... je morgen even ...? (langskomen)
Slide 12 - Open question
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
Ik ... de kinderen van school ... (ophalen)
Slide 13 - Open question
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
Wij ... het huis elke week ... (schoonmaken)
Slide 14 - Open question
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
Je ... in Amsterdam op de trein naar Utrecht ... (overstappen)
Slide 15 - Open question
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
Je ... in Amsterdam .... op de trein naar Utrecht. (overstappen)
Slide 16 - Open question
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
De trein ... om tien uur ... (aankomen)
Slide 17 - Open question
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
We ... bij de volgende halte ... (uitstappen)
Slide 18 - Open question
Maak de zin af. Vul het werkwoord in.
De leraar ... de opdracht ... (uitleggen)
Slide 19 - Open question
More lessons like this
Starttaal instap thema 2 Taak B: hoe kom ik daar?
September 2024
-
47 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Digi-doener! | Maak een uitnodiging in Word of Docs
July 2025
-
8 slides
Nederlands
ICT-basisvaardigheden
Basisschool
Groep 4,5
Stichting FutureNL
Zinnen met hulpwerkwoorden (vrije tijd)
November 2024
-
72 slides
ANT2+
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
TaalNT2
1.7 Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp
October 2025
-
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Voorzetsels - Soorten voorzetsels
March 2022
-
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
DEF@ctO | Sinterklaas bingo
November 2024
-
17 slides
Taal
Nederlands
+2
Basisschool
Middelbare school
Groep 4-8
NTC DEF@ctO nl E.E
Quiz Nederlandse Cultuur NT2
July 2025
-
24 slides
New lesson editor
NT2
Middelbare school
ISK
WO
Quiz!
A4 – Zorgverzekering en zorgtoeslag aanvragen
March 2025
-
24 slides
Burgerschapsonderwijs
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3