H2.3 Massa en volume

vandaag

  • H2.3 massa en volume
  • proefje onderdompelmethode 
  • zelfstandig werken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

vandaag

  • H2.3 massa en volume
  • proefje onderdompelmethode 
  • zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Regels voor het practicumlokaal
  1. Luister naar mevrouw Amiri en doe wat zij zegt,
  2. Niet rennen, stoeien of vechten! Loop rustig.
  3. Gooi nooit afval in de gootsteen!
  4. Het is Niet toegestaan in practicumlokaal te ETEN of te DRINKEN.
  5. Als er iets fout gaat, dan moet je meteen mevrouw Amiri waarschuwen.

Slide 2 - Slide

Regels tijdens les

  Ik wil dat je ...............

  • luistert als ik praat
  • naar elkaar luistert
  • je spullen meeneemt
  • je respectvol gedraagt naar je klasgenoten en mij

Slide 3 - Slide

Leerdoelen van paragraaf 1.3
• Je kunt de massa van een hoeveelheid stof bepalen. 
• Je kunt het volume van een voorwerp bepalen. 
• Je kunt de eenheden van massa en volume gebruiken en omrekenen. 
• Je kunt het volume van een rechthoekig voorwerp en een voorwerp met een onregelmatige vorm berekenen.

Slide 4 - Slide

Introductie 
Het gebeurt regelmatig dat je een bepaalde hoeveelheid van een stof nodig hebt: niet meer, niet minder. In recepten staat bijvoorbeeld aangegeven hoeveel je van elk ingrediënt moet gebruiken (figuur hiernaast). En bij medicijnen is het heel belangrijk dat ze de juiste hoeveelheid werkzame stof bevatten.

Slide 5 - Slide

Een hoeveelheid stof afmeten
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten. 
  • Voor vaste stoffen, zoals meel en suiker, is een weegschaal handig.
  • Vloeistoffen, zoals water en melk, worden vaak afgemeten met een  maatbeker. 
  • Bij het vak natuur- en scheikunde worden vergelijkbare   meetinstrumenten gebruikt.
 

Slide 6 - Slide

Massa
de massa geeft aan hoeveel je van een stof heeft.

massa wordt gemeten in verschillende eenheden: 
  • milligram (mg)
  • gram (g)
  • kilogram (kg)

de massa kun je bepalen om iets te wegen.

Slide 7 - Slide

Massa omrekenen
Reken de volgende eenheden om:

500 kg = ...... g
12m g = ....... g
35000 mg = ........ kg



 

Slide 8 - Slide

Volume / Inhoud
Het volume geeft aan hoe groot een voorwerp is.

Volume wordt gemeten in:
  • milliliter (mL)
  • liter (L)
  • kubieke centimeter (cm3 )
  • Kubieke decimeter (dm3 )
  • kubieke meter (m3 )

Slide 9 - Slide

Zijden opmeten en berekenen:
l = 5,0 cm
b = 3,0 cm
h = 4,0 cm 
gevraagd: V          V = l ∙ b ∙ h
                                  V = 5,0 × 3,0 × 4,0
                                  V = 60 cm3
Het volume van een voorwerp kun je bepalen door:
onderdompelmethode:
beginstand = 52 ml
eindstand = 78 ml
gevraagd: het volume

volume = eindstand – beginstand
volume = 78 ml – 52 ml = 26 ml

Slide 10 - Slide

Het volume omrekenen
reken de volgende eenheden om: 

12 L = ....... mL
1,6 dm3 = ...... L
750 cm3 = ..... dm3




Slide 11 - Slide

Bepaal het volume van de steen.

Slide 12 - Open question

aan de slag!
Wat: Lees en maak H2.3 opgaven 1 t/m 17 (p61)
Hoe: 5 min zelfstandig werken, daarna mag je overleggen
Hulp: Nova boek / Docent
Tijd: Tot 15 min 
Uitkomst: 2.3 af !
Klaar: lees H2.4.

Slide 13 - Slide