WO - Stemrecht voor vrouwen 1830 - 1958

Rechten van de vrouw en stemrecht

De geschiedenis
1 / 40
next
Slide 1: Slide
W.O.Lager onderwijs

This lesson contains 40 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Rechten van de vrouw en stemrecht

De geschiedenis

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vrouwenrechten in de periode 1830 tot 1893
De situatie van de Belgische vrouw in 1830 is niet rooskleurig. Volgens het Burgerlijk Wetboek hebben alle ongehuwde meerderjarige vrouwen en weduwes vrijwel alle burgerrechten.
Gehuwde vrouwen echter zijn volledig onderworpen aan de macht van hun echtgenoot. Ze moeten gehoorzaam zijn aan hun persoon, hun activiteiten, hun kinderen en hun bezittingen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vrouwenrechten in de periode 1830 tot 1893
Een gehuwde vrouw is handelingsonbekwaam.
Dat wil zeggen dat ze niets kan doen zonder de toestemming van haar man en wordt voor de wet gelijkgesteld met een minderjarig kind.
Om een zelfstandige handelsactiviteit uit te oefenen heeft een gehuwde vrouw de uitdrukkelijke toestemming van haar echtgenoot nodig.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vrouwenrechten in de periode 1830 tot 1893
De man heeft de plicht zijn vrouw te beschermen. Deze bescherming kan bijvoorbeeld inhouden dat de man zijn vrouw verbiedt met bepaalde personen om te gaan of haar post doorneemt om te voorkomen dat ze contact heeft met personen die een slechte invloed op haar kunnen hebben.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vrouwenrechten in de periode 1830 tot 1893
Door deze ongelijkheid is stemrecht nog geen prioriteit voor de pioniers van de vrouwenrechten in België.

Ze willen eerst de ongelijkheid van de vrouw met de man aanpakken. Daarvoor is onderwijs essentieel. Goed onderwijs zal de intellectuele achterstand van vrouwen ten opzichte van mannen wegwerken.
De mentaliteit zal veranderen, waarna de gelijkheid tussen mannen en vrouwen als vanzelf zal komen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vrouwenrechten in de periode 1830 tot 1893
Zoë Gatti de Gamond (1806-1854) en haar dochter Isabelle Gatti de Gamond (1839-1905) zien onderwijs het belangrijkste voor de emancipatie van de vrouw. Ze richten scholen op voor vrouwen en meisjes.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vrouwenrechten in de periode 1830 tot 1893
In 1865 wordt onder impuls van Isabelle Gatti de Gamond in Brussel de eerste stedelijke meisjesschool opgericht die een leerprogramma van lager middelbaar onderwijs aanbiedt. Dit is een Belgische primeur en op dat moment het hoogste leerniveau dat een vrouw kan volgen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Woordverklaring
Emancipatie
Dit is het streven naar een gelijkwaardige plaats in de samenleving door een groep met minder rechten.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Woordverklaring
Pionier
Iemand die voor het eerst iets onderneemt en zich dus op onbekend terrein begeeft zonder voorgangers die getoond hebben hoe het moet.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Isabelle Gatti de Gammond

Door haar voorbeeld werden in België de eerste lagere middelbare scholen opgericht voor vrouwen en meisjes.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Universiteiten volgen snel
De universiteit van Brussel opent in 1880 de deuren voor vrouwelijke studenten.
Luik in 1881
Gent in 1882
In Leuven kunnen vrouwen zich pas vanaf 1920 inschrijven.
Vrouwen studeren nu af maar er volgt een nieuw probleem...

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Enkele belangrijke vrouwen: PIONIERS!
Isala Van Diest, de eerste vrouwelijke
arts in België, haalt in 1872 haar diploma
aan de universiteit van Bern (Duitsland)
 nadat ze door de universiteit van
Leuven is geweigerd.

Het duurt nog tot 1884 vooraleer
ze haar beroep in België mag
uitoefenen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Enkele belangrijke vrouwen: PIONIERS!
Marie Popelin (1846-1913)
studeert in 1888 af als jurist
aan de universiteit in Brussel,
maar mag de eed van
advocaat niet
afleggen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Marie Popelin mag de eed niet afleggen...
Op de volgende slide lees je het originele verweer van het hof van beroep in België met de redenen waarom ze de eed niet mag afleggen. We bespreken wat er nu juist in gezegd wordt en nadien mag je je mening hierover geven.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

    "De eigenheid van de vrouw, de relatieve zwakte van haar gestel, de terughoudendheid die inherent is aan haar geslacht, de bescherming die zij behoeft, haar bijzondere opdracht binnen de mensheid, de verplichtingen en de afhankelijkheid die gepaard gaan met het moederschap, de opvoeding die zij aan haar kinderen moet geven, de leiding over het huishouden en de echtelijke woning die aan haar is toevertrouwd, plaatsen haar in omstandigheden die weinig verenigbaar zijn met de verplichtingen van het beroep van advocaat en verlenen haar noch de tijd, noch de kracht, noch de vaardigheden om het hoofd te kunnen bieden aan de strijd en de vermoeidheid aan de balie".

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Ligue Belge Du Droit Des Femmes
De afwijzing van Marie Popelin is een keerpunt. Het maakt duidelijk dat er meer nodig is dan beter onderwijs om de ongelijkheden weg te werken.
Ook politieke rechten krijgen is belangrijk voor de emancipatie van de vrouw. Marie Popelin, Isala Van Diest en Louis Frank, de advocaat die de zaak van Popelin bepleit, richten in 1892 de "Ligue belge du droit des femmes" op.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ligue Belge Du Droit Des Femmes
   
Die richt zich vooral op de herziening van discriminerende wetten en richt zich ook op de politieke en het onderwijs voor vrouwen.

Terwijl de "Ligue belge du droit des femmes" meer leden krijgt, groeien ook nog andere vrouwenbewegingen die voor hun rechten opkomen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Periode tussen 1893 en 1914
Tussen 1893 en 1914 krijgen vrouwen meer bewegingsvrijheid buitenshuis, een zekere arbeidsbescherming en enkele arbeidsrechten.

MAAR gehuwde vrouwen blijven onderworpen aan het gezag van hun echtgenoot.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Periode tussen 1893 en 1914
Toch komen er stap voor stap kleine verbeteringen. In 1900 mag een gehuwde vrouw zelf geld op een spaarboekje zetten en afhalen zonder haar echtgenoot. Dit is wel enkel voor bedragen lager dan 100 frank en de vrouw moet het geld gebruiken voor het huishouden.

In dat zelfde jaar mag ze ook haar eigen loon trekken. Dit is ook beperkt met een maximum per jaar en moet ook gebruikt worden voor het huishouden.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Periode tussen 1893 en 1914
Vlak voor de start van de Eerste Wereldoorlog flakkert de eis voor vrouwenstemrecht opnieuw op. De katholieke partij is voorstander van het vrouwenstemrecht geworden omdat zij verwacht dat veel vrouwen katholiek zullen stemmen.

Maar dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit van 1914 tot 1918.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Na WOI - België tegenover andere landen.
De inspanningen van de vrouwen tijdens de Eerste Wereldoorlog leveren na de wapenstilstand geen grotere politieke invloed voor vrouwen op. Nochtans is vrouwenstemrecht ondertussen in een aantal landen wel al ingevoerd.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Na WOI - België tegenover andere landen.
Nieuw-Zeeland is 1st door vrouwen in 1893 stemrecht te geven
Zuid-Australië volgt in 1894.
Finland als eerste Europees land in 1906.
Noorwegen in 1913.
IJsland en Denemarken in 1915.
Groot-Brittannië in 1918
Nederland in 1919.

Slide 22 - Slide

Hier is de essentie dat België 'laat' was met het stemrecht voor vrouwen ten opzichte van andere landen.
Na WOI
De katholieke partij is voorstander van het vrouwenstemrecht omdat ze denken dat veel vrouwen op hen zouden stemmen. De andere partijen zijn tegen om exact dezelfde reden. Ze vrezen dat ze niet meer zullen winnen als de vrouwen allemaal op de katholieke partij gaan stemmen.Anderen zeggen dan weer dat vrouwen te onverschillig zijn (ze er niets om geven wie aan verkozen wordt) en dat ze te weinig geschoold zijn om zo'n beslissing te maken.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Na WOI
De katholieke partij is voorstander van het vrouwenstemrecht omdat ze denken dat veel vrouwen op hen zouden stemmen. De andere partijen zijn tegen om exact dezelfde reden. Ze vrezen dat ze niet meer zullen winnen als de vrouwen allemaal op de katholieke partij gaan stemmen.Anderen zeggen dan weer dat vrouwen te onverschillig zijn (ze er niets om geven wie aan verkozen wordt) en dat ze te weinig geschoold zijn om zo'n beslissing te maken.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Compromis in 1919
Algemeen stemrecht voor vrouwen is nog een stap te ver, maar de parlementsleden vinden in 1919 wel dat sommige groepen van vrouwen stemrecht kunnen krijgen. Het gaat om volgende groepen:
- Vrouwen van militairen die gesneuveld zijn en die niet hertrouwd zijn.
- Weduwen ( dit werden ze als hun man overleden is)die een ongehuwde zoon verloren tijdens de oorlog.
- Vrouwen die tijdens de bezetting tijdens de oorlog gevangen genomen werden omdat ze ons land wilden helpen.
 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Compromis in 1919

Dit zorgt er voor dat ongeveer ongeveer 12.000 vrouwen nu in aanmerking komen om te gaan stemmen.

Slide 26 - Slide

Essentie: Zeer weinig vrouwen dus ten opzichte van de bevolking en enkel de laatste groep vrouwen (gevangenen tijdens de bezetting, heeft in eigen naam het stemrecht verworven. De andere 2 groepen kregen het door overlijden van hun man en zoon.
Wet van 15 april 1920
Tenslotte krijgen vrouwen, door de wet van 15 april 1920, wel stemrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Enkel dus voor de gemeente en nog niet voor de regering van het land.

Slide 27 - Slide

Telkens zeer kleine stapjes worden gezet richting het nationaal stemrecht voor vrouwen.
1920-1921 Vrouwen mogen zich verkiesbaar stellen
Alhoewel vrouwen na de Eerste Wereldoorlog nog geen stemrecht verwerven op nationaal vlak, mogen ze zich vanaf 1920 wel verkiesbaar stellen voor een zitje in de Kamer en vanaf 1921 voor de Senaat.

Slide 28 - Slide

Telkens zeer kleine stapjes worden gezet richting het nationaal stemrecht voor vrouwen.
Eerste vrouwen
De eerste vrouw die in de
Senaat zetelt (niet verkozen
maar door de partij toegelaten),
is de socialiste
Marie Spaak-Janson in 1921.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Eerste vrouwen
In 1929 wordt de socialiste
Lucie Dejardin verkozen als
volksvertegenwoordiger.
Ze bevinden zich in de
merkwaardige situatie dat ze
wel parlementsleden zijn, maar
zelf geen stemrecht hebben.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Eerste vrouwen
Het aantal vrouwelijke senatoren blijft wel lange tijd nog zeer laag.

Bovendien zijn zij door hun partij op die plaats gezet en dus niet rechtstreeks verkozen door het volk.

Slide 31 - Slide

Vrouwen blijven nog zeer lang in de minderheid.
1920-1940
Tussen de 2 wereldoorlogen gaat de vrouw wel op bepaalde vlakken vooruit (zo krijgen ze meer rechten om te gaan werken, ze kunnen advocaat worden, het bedrag dat ze van hun spaarboekje mogen ophalen wordt opgetrokken). Vrouwen blijven vechten voor hun rechten maar met hun eis tot stemrecht staan ze gans die tijd alleen. En dan breekt wereldoorlog II uit.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

1949: Eindelijk "één vrouw, één stem"
Na de bevrijding zijn alle partijen het er over eens dat vrouwen stemrecht moeten krijgen.
De toekenning van dat recht blijft echter nog moeilijk.

Al in augustus 1945 worden twee wetsvoorstellen ingediend om vrouwenstemrecht in te voeren. Een snelle goedkeuring van deze voorstellen kan ervoor zorgen dat vrouwen kunnen deelnemen aan de eerste naoorlogse nationale verkiezingen.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

1949: Eindelijk "één vrouw, één stem"
Maar de linkse regering vreest ook nu de invloed van de vrouwen in het politieke landschap. Ze vraagt en krijgt uitstel, officieel omdat het onmogelijk is binnen korte tijd nieuwe kiezerslijsten op te stellen. Vrouwen kunnen niet meestemmen in de eerste nationale verkiezingen na de bevrijding, op 17 februari 1946.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

1949: Eindelijk "één vrouw, één stem"
In november van hetzelfde jaar vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats. Daarvoor hebben vrouwen al stemrecht sinds 1920. De katholieke partijen, voorstanders van het vrouwenstemrecht, benadrukken aan de hand van sprekende affiches dat vrouwen nog geen algemeen stemrecht hebben verworven.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

1949: Eindelijk "één vrouw, één stem"

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

1949: Eindelijk "één vrouw, één stem"
Na de verkiezingen van 1946 komt het debat opnieuw op gang. Het wetsvoorstel dat stemrecht toekent aan vrouwen wordt goedgekeurd op 27 maart 1948. De eerste parlementsverkiezingen waaraan vrouwen kunnen deelnemen vinden plaats op 26 juni 1949.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

De partijen richten zich tot de vrouwen in hun verkiezingscampagne.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Na het stemrecht voor vrouwen
Na het verkrijgen van het stemrecht, verandert de  toestand van de gehuwde vrouw grondig in 1958.

Met de wet van 30 april 1958 wordt de gelijkheid van beide echtgenoten ingevoerd. Beide echtgenoten kunnen een beroep uitoefenen zonder toestemming van de partner. In 1976 wijzigt een volgende grote hervorming de huwelijksstelsels in de geest van de gelijkheid tussen man en vrouw.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions