9-1-24

9-1-24
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

9-1-24

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Today's lesson
Recap when to use can / could / may / might / to be able to / to be allowed to

You will learn when to use have to / must / should

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Mogen: 
In de zin van je mag iets doen
Volgoorde van beleefdheid
can- could - MAY - MIGHT (meest beleefd)

To be allowed to +ww: als je toestemming hebt
Can I borrow your book? (minst beleefd)

Might I borrow your book please? (zeer beleefd)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kunnen:
volgoorde van waarschijnlijkheid dat iets kan:
CAN - COULD - may - might (minst waarschijnlijk)

To be able to + ww: je bent (fysiek) in staat om iets te doen
I can help you with that! (zeer waarschijnlijk dat het lukt)

I might be able to help, I'm not sure I have time though (onwaarschijnlijk dat het lukt)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Mogen: 
In de zin van je mag iets doen
Volgoorde van beleefdheid
can- could - MAY - MIGHT (meest beleefd)

To be allowed to +ww: als je toestemming hebt
Kunnen:
volgoorde van waarschijnlijkheid dat iets kan:
CAN - COULD - may - might (minst waarschijnlijk)

To be able to + ww: je bent (fysiek) in staat om iets te doen

Slide 5 - Slide

check ex 3 + 4 p119
Have to / must / should
moeten / 
zou moeten

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Have to:

"moeten" (meestal omdat iemand anders zegt dat je het moet doen)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Must:

"Moeten" (je vindt zelf dat je iets moet doen)


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Must: 
-Om aan te geven dat iets belangrijk is

-Als iets niet anders kan (bv het moet van de wet). 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

 should
Bij advies ("je zou iets moeten doen")

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

samenvatting have to / must / should
Have to: Moeten (moet van iemand anders)

Must to: Moeten (moet van jezelf)
                  Het moet want het is heel belangrijk
                  Het moet van de wet

Should: Advies


Ga nu aan de slag met ex 5+6

Slide 11 - Slide

This item has no instructions