H11 Rekenen met variabelen

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

H11 Rekenen met variabelen

Zoek de gelijksoortige termen bij elkaar!

(plaats blauw op rood!)

4r

11x

3p

8a

12w

-6

4x

3p

1a

3w

9

7r

Schrijf de formules korter!

1

2

2

2

Sleep op de juiste plaats!

1

2

3

1

2

3

1

2

3

Schrijf deze formule korter!

1. j=−7+3w+4x
2. j=7wx−7
3. Kan niet korter!
4. j=wx

Schrijf deze formule korter!

1. a = 30kk
2. a=30k​2​​
3. a = 2 x 15k
4. a = 3k x 2k x 5

Zoek uit welke van de formules aan elkaar gelijk zijn.

H11.3 Vermenigvuldigen en optellen

Leerdoel

Ik kan formules korter schrijven

Kun je deze formule korter schrijven?

Ja

Nee

Uitleg

Ja, de formule kun je korter schrijven want                 en                    zijn gelijksoortige termen.

Je kunt ze daarom samennemen! 

Uitleg

De formule                                                                                    kun je korter schrijven als: 

Leerdoel

Ik kan formules korter schrijven

Schrijf deze formule korter!

1. k=7v​2​​+4
2. k=3v​4​​+4
3. k=−7v​2​​+4
4. k=3v​2​​+4

Leerdoel

Ik kan formules korter schrijven

H11.4 Lineaire formules

Leerdoel

• Ik weet wat kwadranten zijn
• Ik kan bij een lineaire formule een grafiek opstellen (zie ook H6.4)

Ik weet wat kwadranten zijn.

(zie PowerPoint)

Sleep de kwadranten op de juiste plek!

In welk kwadrant ligt
het punt P(-2,4)?

1. vierde kwadrant
2. Kwadraat kwadrant
3. Driede kwadrant
4. Vierderde kwadrant

In welk kwadrant ligt
het punt Q(-4,-2)?

1. Driede kwadrant
2. Derde kwadrant
3. Dwars kwadrant
4. Vierde kwadrant

In welk kwadrant ligt
het punt R(4,-4)?

1. Vierde kwadrant
2. Tweede en derde kwadrant
3. Tweede kwadrant
4. R-kwadrant

Ik kan bij een lineaire grafiek een formule opstellen.

y=−2x−4

Wat is in deze formule de beginwaarde?

1. -2x
2. +8x
3. -4
4. y=-2x

Hoe krijg ik de beginwaarde?

1. Gewoon kijken naar de formule.
2. Je vult voor de variabele x het getal 0 in.
3. Geen idee.
4. -2x delen door -4.

Wat is het snijpunt van de bijbehorende lineaire grafiek met de
verticale as?

1. (-4,0)
2. (0,4)
3. (-2,-4)
4. (0,-4)

 Sleep de stappen in de juiste volgorde!

Stap 4.

Stap 3.

Stap 2.

Stap 1.

Stel een formule op bij de grafiek!

Huiswerk maken

H11.4 Lineaire formules

- havo/vwo: opgave 26, 27, 28, 30 en 31

Huiswerk nakijken en verbeteren!

Schrijf de formule zo kort mogelijk!

k=3p−12+8p−6p

1. k=11p−12
2. k=−7p
3. k=17p−12
4. k=5p−12

Schrijf de formule zo kort mogelijk!

s=5u−7d+8u

1. s=5u−1du
2. s=6ud
3. s=13u−7d
4. s=5u+8u−7d

Schrijf de formule zo kort mogelijk!

h=4c−9r+6

1. h=4c−9r+6
2. h=4c−15r
3. h=−5c+6
4. h=10c−9r

Schrijf de formule zo kort mogelijk!

c=p+15d−3p+8

1. c=−2p+15d+8
2. c=−2p​2​​+15d+8
3. c=p−3p+15+8
4. c=−3p​2​​+15d+8

Schrijf de formule zo kort mogelijk!
m = 3 x -7 x h x h

1. m=21h​2​​
2. m=2h+21
3. m=2h−21
4. m=−21h​2​​

Schrijf de formule zo kort mogelijk!

1. 
2. 
3. 
4. 

Schrijf de formule zo kort mogelijk!

1. d=a​2​​+8a
2. d=0a​2​​+8a
3. d=8a​3​​
4. d=8a

Schrijf zo kort mogelijk!

1. y=−1x​2​​
2. y=−1x​4​​
3. y=−x​2​​
4. y=−x​4​​

Schrijf de formule zo kort mogelijk!

p=−6q​2​​+8q

1. p=−6q​2​​+8q
2. p=2q​3​​
3. p=2q​2​​
4. p=−2q​2​​

VWO

VWO: schrijf de formule zo kort mogelijk!

1. q=11p​5​​
2. q=10p​3​​
3. q=10p​6​​
4. q=10p​5​​

VWO: schrijf de formule zo kort mogelijk!

1. m=20n​6​​
2. m=20n
3. m=20n​2​​+n​3​​
4. m=20n​5​​

H11.3 Vermenigvuldigen en optellen

H11 Rekenen met variabelen

Voorkennis activeren

Bij welke rekensom kun je snel het antwoord geven?

Leerdoel

• Ik kan formules korter schrijven

Uitleg

• In de formule                                                  zijn           en       gelijksoortige termen.
• Je kan ze daarom samennemen en zo de formule korter schrijven.
• De formule                                                       kun je dus korter schrijven als                                .

k=5v​2​​+4−2v​2​​

5v​2​​

2v​2​​

k=5v​2​​+4−2v​2​​

k=3v​2​​+4

Schrijft de formule
zo kort mogelijk!

1. 
2. 
3. 
4. 

Uitleg

• De formule                                    kun je korter schrijven als
•            is gelijk aan              
•                     schrijf je dus als 

s=3t​2​​−2t​2​​

s=1t​2​​

1t​2​​

t​2​​

s=1t​2​​

s=t​2​​

Schrijft de formule zo kort mogelijk!

1. 
2. 
3. 
4. 

Uitleg

•                     is gelijk aan 
• De formule                           schrijf je dus als als

g=−1p​2​​

g=−p​2​​

−p​2​​

−1p​2​​

Schrijf de formule zo kort mogelijk!

1. 
2. 
3. 
4. 

Uitleg

• Welk getal je voor       invult,           geeft altijd als antwoord 0
•              is dus gelijk aan

0

0x​2​​

0x​2​​

x​​​

Schrijft de formule zo kort mogelijk!

1. 
2. 
3. 
4. 

Uitleg

• Je kan een formule korter schrijven als er gelijksoortige termen zijn.
• De termen                               zijn gelijksoortig.
• De formule                                    kun je daarom korter schrijven als                          .

Uitleg

• en fd
• Ze hebben wel dezelfde variabele k 
• De eerste term bevat een kwadraat en de tweede term niet.
• Je kan deze termen dus niet samennemen!

Schrijf de formule zo kort mogelijk.

1. 
2. 
3. 
4. 

Zijn er nog vragen?

Ja

Nee