Weektaak 15 Spelling hfst. 6

Hallo leerlingen,

Hoe gaat het nu met jullie? Zoals jullie gehoord zullen hebben, gaan we voorlopig nog niet naar school. We moeten nog even geduld hebben. Voor deze week dus weer een nieuwe taak. Lees mijn uitleg en die in je boek goed en maak daarna pas de opdrachten.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hallo leerlingen,

Hoe gaat het nu met jullie? Zoals jullie gehoord zullen hebben, gaan we voorlopig nog niet naar school. We moeten nog even geduld hebben. Voor deze week dus weer een nieuwe taak. Lees mijn uitleg en die in je boek goed en maak daarna pas de opdrachten.

Slide 1 - Slide

Hallo leerlingen,

Hoe gaat het nu met jullie? Zoals jullie gehoord zullen hebben, gaan we voorlopig nog niet naar school. We moeten nog even geduld hebben. Voor deze week dus weer een nieuwe taak. Lees mijn uitleg en die in je boek goed en maak daarna pas de opdrachten.

Slide 2 - Slide

Opdrachten voor de week van 6 t/m 10 april
We beginnen met het huiswerk van vorige week goed na te kijken aan de hand van de antwoorden. Nogmaals: verbeter de fouten goed en doe dit serieus! Deze week sluiten we hfdst. 6 af van Spelling en we maken een begin met hfdst. 5 van Lezen. Vergeet vooral ook niet te in je boek te lezen. Hebben jullie inmiddels een boek uitgekozen voor de pitch? 
Succes met deze weektaak!

Slide 3 - Slide

Opdrachten voor de week van 6 t/m 10 april
We beginnen met het huiswerk van vorige week goed na te kijken aan de hand van de antwoorden. Nogmaals: verbeter de fouten goed en doe dit serieus! Deze week sluiten we hfdst. 6 af van Spelling en we maken een begin met hfdst. 5 van Lezen. Vergeet vooral ook niet te in je boek te lezen. Hebben jullie inmiddels een boek uitgekozen voor de pitch? 
Succes met deze weektaak!

Slide 4 - Slide

Over werkwoordsvormen en werkwoordstijden
Je leert de verschillende werkwoordsvormen herkennen en correct spellen. Je leert ook de verschillende werkwoordstijden herkennen en benoemen.
Open je boek op bladzijde 186 en lees de theorie in het groene stuk. Bestudeer de uitleg die hierna volgt goed en maak daarna pas de opdrachten. Je maakt de startopdracht en opdracht 1 tot en met 4 van bladzijden 186 en 187. 

Slide 5 - Slide

de volledige namen van de vormen
                            infinitief  (inf) of hele werkwoord
                            persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
                            persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
                            voltooid deelwoord (vd)
                            onvoltooid deelwoord (od)

 

Slide 6 - Slide

de volledige namen van de tijden  
onvoltooid tegenwoordige tijd = ott
onvoltooid verleden tijd               = ovt
voltooid tegenwoordige tijd       = vtt
voltooid verleden tijd                     = vvt

Slide 7 - Slide

In welke zin is het werkwoord (persoonsvorm) goed gespeld
A
Wij verfte het huis.
B
Wij verfden het huis.
C
Wij verften het huis
D
Wij verfdden het huis.

Slide 8 - Quiz


Het is belangrijk is dat je weet wat het verschil is tussen  werkwoordsvormen en werkwoordstijden. Daarom krijg je nu een filmpje te zien waarin nog een keer goed wordt uitgelegd hoe je de verschillende vormen van de tegenwoordige en de verleden tijd maakt. Kijk en luister hier goed naar!

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

de persoonsvorm
In de voltooide tijd is de persoonsvorm een vorm van het werkwoord hebben of zijn. Verderop in de zin staat dan een voltooid deelwoord.

Bijvoorbeeld: Mijn zusje heeft een mooie tekening gemaakt.
                             Zij is vanochtend niet naar school gegaan.

Slide 11 - Slide

zwakke werkwoorden
Wanneer je de volgende link aanklikt kun je ook nog een keer oefenen met de zwakke werkwoorden. 
Je kunt altijd nog even kijken op bladzijde 66  van je boek naar de uitleg hierover. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Puzzel
Voordat je aan de opdrachten begint kun je in de volgende link een puzzel maken om te zien of je de lesstof hebt begrepen. Klik steeds op een cijfer om te zien wel werkwoord je moet vervoegen en vul dit in. 
Wanneer je het zwarte balkje 'theorie' aanklikt kun je nog een keer de behandelde lesstof over de werkwoordsvormen en werkwoordstijden bekijken.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

We gaan deze week ook beginnen met  Lezen, hoofdstuk 5. Enkelen van jullie hebben al vooruit gewerkt en dat betekent misschien dat je minder huiswerk hoeft te maken. Doe wel mee en lees alles goed; dan kun je misschien al de eerste verbeteringen aanbrengen.

Sla je boek open op bladzijde 132 en lees de theorie in het groene gedeelte. Hier leer je tekstdoelen herkennen. Bekijk de extra uitleg hierna en maak opdracht 1, 2 en 3 van blz. 132 t/m 134. Opdracht 4 gaat ook over tekst 2, net als opdracht 3. Je moet hier een samenvatting maken in maximaal 150 woorden. Misschien wil je hier alvast aan beginnen, want volgende week staat deze opdracht bij het huiswerk voor week 15. Je mag altijd vooruit werken.


Slide 16 - Slide