Beantwoord de volgende vragen op je wisbordje:
1. In de cel zit veel glucose, buiten de cel weinig. De cel wil glucose opnemen. Gebruikt het passief of actief transport?
2. Op welke manier wordt water voornamelijk opgenomen in een cel?
A. Door diffusie
B. Met porie-eiwit
C. Door actief transport
3. Een plantencel is hypertoon t.o.v. de omgeving. Is er in deze cel sprake van turgor of plasmolyse?
4. Een wangslijmvliescel wordt gelegd in een 10% zoutoplossing. Zal de cel krimpen of opzwellen?
5. Hoe wordt het proces in het plaatje hiernaast genoemd?
6. Wanneer wordt iets actief transport genoemd?
7. Welke organellen bestaan uit membranen?
8. Hoe verplaatsen stoffen zich bij diffusie?
9. Kost diffusie energie?