spelling thema 4 week 2 les 7

Doel: sterke werkwoorden met f/v of s/z vervoegen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doel: sterke werkwoorden met f/v of s/z vervoegen

Slide 1 - Slide

werkwoorden met f/v of s/z

Slide 2 - Slide

sterke werkwoorden

Slide 3 - Mind map

kluiven

Slide 4 - Slide

blijven

Slide 5 - Slide

Wij (geven) gisteren het cadeau aan oma.
A
geeften
B
geefden
C
gaven
D
gafen

Slide 6 - Quiz

De verkoper (prijzen) de nieuwste telefoon aan toen ik in de winkel was.
A
prees
B
prijste
C
prijsde
D
prezen

Slide 7 - Quiz

Papa en mama (blazen) het feest voor morgen vandaag af.
A
blazen
B
bliessen
C
blaasden
D
bliezen

Slide 8 - Quiz

Ik (graven) gisteren een diep gat.
A
graafde
B
graaf
C
groefde
D
groef

Slide 9 - Quiz

Dictee

Slide 10 - Slide

antwoorden
1. las
2. schreef
3. wees
4. gaf
5. graaft    
6. drijft
7. kiest
8. blazen

Slide 11 - Slide