Les 5, 11.5

1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij vandaag doen?
  • Herhalen 11.4 Kahoot
  • Uitleg 11.5
  • Aan de slag met opdrachten
  •  Oude examens oefenen 11.5
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
•• Je kunt een stamboom met de kenmerken van een familie lezen.
• Je kunt de oorzaken van aangeboren aandoeningen beschrijven.
• Je kunt de kans op een kind met een erfelijke aandoening voorspellen.

 

Slide 3 - Slide

Zijn er nog vragen:

Slide 4 - Slide

Opdrachten maken
- Zelfstandig of in groepjes opdrachten maken(Keuze aan jullie)
- Zoek een plekje op in het lokaal waar je rustig kan werken
timer
15:00

Slide 5 - Slide

Je gaat nu de examenvragen maken, succes!

Slide 6 - Slide

Vraag 1.Er bestaan tussen soorten organismen grote verschillen in het aantal chromosomen dat in gewone lichaamscellen voorkomt.
Het grootste aantal chromosomen is gevonden bij de varen Ophioglossum reticulatum: 1260.
Mieren van de soort Myrmecia pilosula hebben het kleinste aantal. Vrouwtjes van deze diersoort hebben slechts twee chromosomen per cel.

Hoeveel chromosomen bevat een eicel van de mier Myrmecia pilosula?

Slide 7 - Open question

Vraag 2. Eén van de genen op chromosoom 21 is betrokken bij het omzetten van geluidsprikkels in impulsen.
Hoe vaak komt dit gen voor in een spiercel van iemand met het syndroom van Down?
A
1
B
2
C
3
D
23

Slide 8 - Quiz


Vraag 3. Het extra chromosoom 21 is afkomstig uit een geslachtscel van één van de ouders. Er is dan iets fout gegaan bij de celdeling waarbij deze cel ontstond.

Hoe heet het type celdeling waarbij geslachtscellen van een mens worden gemaakt?

Slide 9 - Open question

Vraag 4. Uit de afbeelding blijkt, dat alleen bij vrouwtjes van de sluipwesp de chromosomen in paren voorkomen in de gewone lichaamscellen.
Hoeveel paren chromosomen bevinden zich in de kern van een gewone lichaamscel van een vrouwelijke sluipwesp?

Slide 10 - Open question

Afsluiting
  • De twee vragen "Hoe bewijs je dat je het leerdoel beheerst?''
 en ''Wat heb ik geleerd en waar moet ik nog extra aandacht aan besteden?'' uitwerken voor de leerdoelen .

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide