This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan wij vandaag doen?
Herhalen 11.3 Kahoot
Uitleg 11.4
Aan de slag met opdrachten
Oude examens oefenen 11.4
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
• Je kunt uitleggen waardoor de kans op een jongen en op een meisje gelijk is.
• Je kunt een kruisingsschema maken.
• Je kunt het uiterlijk van nakomelingen voorspellen.(
Slide 3 - Slide
Zijn er nog vragen:
Slide 4 - Slide
Opdrachten maken
- Zelfstandig of in groepjes opdrachten maken(Keuze aan jullie)
- Zoek een plekje op in het lokaal waar je rustig kan werken
timer
15:00
Slide 5 - Slide
Je gaat nu de examenvragen maken, succes!
Slide 6 - Slide
Vraag 1.Er bestaan tussen soorten organismen grote verschillen in het aantal chromosomen dat in gewone lichaamscellen voorkomt. Het grootste aantal chromosomen is gevonden bij de varen Ophioglossum reticulatum: 1260. Mieren van de soort Myrmecia pilosula hebben het kleinste aantal. Vrouwtjes van deze diersoort hebben slechts twee chromosomen per cel.
Hoeveel chromosomen bevat een eicel van de mier Myrmecia pilosula?
Slide 7 - Open question
Vraag 2. Eén van de genen op chromosoom 21 is betrokken bij het omzetten van geluidsprikkels in impulsen. Hoe vaak komt dit gen voor in een spiercel van iemand met het syndroom van Down?
A
1
B
2
C
3
D
23
Slide 8 - Quiz
Vraag 3. Het extra chromosoom 21 is afkomstig uit een geslachtscel van één van de ouders. Er is dan iets fout gegaan bij de celdeling waarbij deze cel ontstond.
Hoe heet het type celdeling waarbij geslachtscellen van een mens worden gemaakt?
Slide 9 - Open question
Vraag 4. Uit de afbeelding blijkt, dat alleen bij vrouwtjes van de sluipwesp de chromosomen in paren voorkomen in de gewone lichaamscellen. Hoeveel paren chromosomen bevinden zich in de kern van een gewone lichaamscel van een vrouwelijke sluipwesp?
Slide 10 - Open question
Afsluiting
De twee vragen "Hoe bewijs je dat je het leerdoel beheerst?''
en ''Wat heb ik geleerd en waar moet ik nog extra aandacht aan besteden?'' uitwerken voor de leerdoelen .