Thema 6 - les 14 - herhaling

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

ENGELSE LEENWOORDEN

GEEN

ENGELSE LEENWOORDEN

Lesdoel 1

Ik kan Engelse leenwoorden goed schrijven.
Dit zijn weetwoorden dus onthoud ze goed!

WAT IS GOED?

1. het tikket
2. het ticket
3. het tieket
4. het tiecet

de goochel.........

de .........

Wat zijn de Engelse leenwoorden?

Morgen gaan we naar de camping!

Onze caravan staat er al.

De eerste avond hebben we altijd een barbecue.

Daarna spelen we badminton op het gras.

Ik ga mijn computer echt niet missen!

tram
goal
team
design
scooter

training
website
camping
weekend
bodywarmer

Welk woord is goed gespeld

1. bodiewarmer
2. boddywarmer
3. bodywarmer
4. bodiwarmer

Welk woord is goed gespeld?

1. kamping
2. camping
3. cemping
4. kemping

Welk woord is fout geschreven

1. barbeque
2. disign
3. bodywarmer
4. weekend

lesdoel 2

Ik weet wat de voltooide en onvoltooide tijd is en kan een zin in de voltooide of onvoltooide tijd zetten.

De kinderen hebben een toren gebouwd.
Is dit de:

1. voltooide tijd
2. onvoltooide tijd

De jongen bouwde een toren.
Is dit de:

1. voltooide tijd
2. onvoltooide tijd

Op het terrein ligt asfalt.
Is dit de:

1. voltooide tijd
2. onvoltooide tijd

Jan logeerde bij zijn opa.
Is dit de:

1. voltooide tijd
2. onvoltooide tijd

zet de zin in de voltooide tijd

Ik eet patat.

Zet de zin in de voltooide tijd.

Peter koopt een fiets.

zet de zin in de onvoltooide tijd

Mama heeft lekker gekookt.

Zet de zin in de onvoltooide (TT) tijd.

Wij hebben een som gemaakt.

Taal- Thema 6 - les 14 - blz 40

Ik leg de opdrachten uit

leerkracht.juniorcloud.nl