45. Thema 5, week 2 Les 7 voltooide en onvoltooide tijd


A
De soldaat hielp veel mensen.
B
Nu is hij terug in Nederland.
C
Hij ziet straks zijn gezin weer.
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson


A
De soldaat hielp veel mensen.
B
Nu is hij terug in Nederland.
C
Hij ziet straks zijn gezin weer.

Slide 1 - Quiz


A
De vlaggen wapperen in de wind!
B
De burgers vierden samen de vrijheid.
C
Iedereen heeft een mooie dag gehad.

Slide 2 - Quiz


A
Het echtpaar hielp onderduikers.
B
Ze werden verstopt in de kelder.
C
Ze overleefden gelukkig de oorlog.

Slide 3 - Quiz


A
B
C

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Drag question

lesdoel
Ik weet wat de voltooide en onvoltooide tijd is en kan een zin in de voltooide of onvoltooide tijd zetten.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoe herken je de voltooide tijd?
Welke twee persoonsvormen (werkwoorden) gebruik je dan

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De kinderen hebben een toren gebouwd.
Is dit de:
A
voltooide tijd
B
onvoltooide tijd

Slide 12 - Quiz

De jongen bouwde een toren.
Is dit de:
A
voltooide tijd
B
onvoltooide tijd

Slide 13 - Quiz

Op het terrein ligt asfalt.
Is dit de:
A
voltooide tijd
B
onvoltooide tijd

Slide 14 - Quiz

Jan logeerde bij zijn opa.
Is dit de:
A
voltooide tijd
B
onvoltooide tijd

Slide 15 - Quiz

Zet de zin in de voltooide tijd.
Peter koopt een fiets.

Slide 16 - Open question

Zet de zin in de onvoltooide (TT) tijd.
Wij hebben een som gemaakt.

Slide 17 - Open question

Zet de zin in de voltooide tijd.
Wij vieren mijn verjaardag.

Slide 18 - Open question

Zet de zin in de onvoltooide (TT) tijd.
Mijn moeder heeft een taart gebakken.

Slide 19 - Open question

Wat weet jij nu over de voltooide en de onvoltooide tijd?

Slide 20 - Open question

aan het werk
 Thema 5, week 2, Les 7

OPGAVE 2
OPGAVE 3

20 x plussen


Slide 21 - Slide