H5: havo oefenen zinsdelen, vwo uitleg hoofd- en bijzinnen

H5: zinsdelen + hoofd- en bijzinnen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5: zinsdelen + hoofd- en bijzinnen

Slide 1 - Slide

Havo

Je kent de volgende zinsdelen:

- wwg of nwg

- ond

- lv

- mv

- bwb

--------------------------------

- bvb

-bijst.

Vwo

Je weet wat hoofd- en bijzinnen zijn.

Je weet wat een onder- en nevenschikking is.


Slide 2 - Slide

Ik ben moe en ik ga slapen.
Ik wil een koekje bakken, tenzij jij dat niet wilt.

Slide 3 - Slide

Ik ben moe (en) ik ga slapen.
Ik wil een koekje bakken, (tenzij)  jij dat niet wilt.

Slide 4 - Slide

Ik | ben |moe (en) ik |ga |slapen.
Ik |wil |een koekje |bakken, (tenzij)  jij |dat |niet| wilt.

Slide 5 - Slide

Uitleg hoofd- en bijzinnen

- Alleen bij samengestelde zinnen

Hoofdzin: de persoonsvorm staat op de 1e of 2e plaats in de zin

Bijzin: de persoonsvorm staat op een andere plaats in de zin


Hoofdzin + hoofdzin = gelijk = nevenschikking

Hoofdzin + bijzin = ongelijk = onderschikking

Bijzin + hoofdzin = ongelijk = onderschikking

Slide 6 - Slide

Ik | ben |moe (en) ik |ga |slapen.
Ik |wil |een koekje |bakken, (tenzij)  jij |dat |niet| wilt.

Slide 7 - Slide

Oefen hoofd- en bijzinnen

1 Het publiek begon te joelen, nadat de scheidsrechter de rode kaart liet zien.

2 Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.

3 Roberto wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.

Slide 8 - Slide

Oefen hoofd- en bijzinnen

1 Het publiek begon te joelen, nadat de scheidsrechter de rode kaart liet zien.

2 Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.

3 Roberto wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.

Slide 9 - Slide

Oefen hoofd- en bijzinnen

1 Het publiek |begon |te joelen, nadat de scheidsrechter |de rode kaart |liet | zien.

2 Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.

3 Roberto wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.

Slide 10 - Slide

Oefen hoofd- en bijzinnen

1 Het publiek |begon |te joelen, nadat de scheidsrechter |de rode kaart |liet | zien. = hoofdzin + bijzin = onderschikking

2 Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.

3 Roberto wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.

Slide 11 - Slide

2 H:
Maken oefenstencil SOM


2V:
- Uitleg hoofd- en bijzinnen
- Maken Gram. H5: 6

Voorbeeld zin 1:
Als je de antwoorden allemaal goed hebt| vind ik je een bolleboos.
1e deel = bijzin
2e deel = hoofdzin
als = onderschikkend voegwoord

Slide 12 - Slide