H1: nakijken huiswerk, uitleg/herhaling hoofd- en bijzinnen, uitleg bedrijvend/lijdende vorm

- Nakijken hw, uitleg hoofd- en bijzinnen


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Nakijken hw, uitleg hoofd- en bijzinnen


Slide 1 - Slide

Lesdoelen


- Je kunt de hoofd- en bijzinnen in een samengestelde zin benoemen.



Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij een
samengestelde
zin?

Slide 3 - Mind map

1 Gisteravond heb ik een potje Fortnite gespeeld op mijn PS4.
2 Toen ik in de tuin aan het lezen was, begon het opeens te gieten.
Kijk goed naar onderstaande zinnen. 
Wat is het verschil in opbouw tussen zin 1 en 2?

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen zin 1 en zin 2?

Slide 5 - Open question

1 Gisteravond heb ik een potje Fortnite gespeeld op mijn PS4.
2 Toen ik in de tuin aan het lezen was, begon het opeens te gieten.
Enkelvoudig
Samengesteld

Slide 6 - Slide

Ik ben moe en ik ga slapen.
Ik wil een koekje bakken, tenzij jij dat niet wilt.
Hieronder zie je twee samengestelde zinnen.
Hoe worden beide zinnen met elkaar verbonden?

Slide 7 - Slide

Ik ben moe (en) ik ga slapen.
Ik wil een koekje bakken, (tenzij)  jij dat niet wilt.
Wat is qua opbouw het verschil tussen
zin 1 en zin 2?

Slide 8 - Slide

Ik | ben |moe (en) ik |ga |slapen.
Ik |wil |een koekje |bakken, (tenzij)  jij |dat |niet| wilt.

Slide 9 - Slide

Uitleg hoofd- en bijzinnen
(aantekening)

- Alleen bij samengestelde zinnen

Hoofdzin: de persoonsvorm staat op de 1e of 2e plaats in de zin

Bijzin: de persoonsvorm staat op een andere plaats in de zin


Hoofdzin + hoofdzin = gelijk = nevenschikking

Hoofdzin + bijzin = ongelijk = onderschikking

Bijzin + hoofdzin = ongelijk = onderschikking

Slide 10 - Slide

Ik | ben |moe (en) ik |ga |slapen.
Ik |wil |een koekje |bakken, (tenzij)  jij |dat |niet| wilt.

Slide 11 - Slide

Oefen hoofd- en bijzinnen

1 Het publiek begon te joelen, nadat de scheidsrechter de rode kaart liet zien.

2 Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.

3 Roberto wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.

Slide 12 - Slide

Oefen hoofd- en bijzinnen

1 Het publiek |begon |te joelen, nadat de scheidsrechter |de rode kaart |liet | zien.

2 Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.

3 Roberto wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.

Slide 13 - Slide

Oefen hoofd- en bijzinnen

1 Het publiek |begon |te joelen, nadat de scheidsrechter |de rode kaart |liet | zien. = hoofdzin + bijzin = onderschikking

2 Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.

3 Roberto wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.

Slide 14 - Slide

Huiswerk


3H:

- maken opdr. 4 en 5 (Gram. H1)

- leesboek meenemen


Slide 15 - Slide

Huiswerk

3H: opdracht 4 en 5

Klaar? Zelfstandig 1, 4 en 5 nakijken. 



Slide 16 - Slide