12.2 VSEPR-theorie

12.2 VSEPR-theorie
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

12.2 VSEPR-theorie

Slide 1 - Slide

12.2 VSEPR-theorie
Herhaling soorten bindingen (4e klas)
(Polaire atoombinding)
 (vanderwaalsbinding en waterstofbrug)
Ruimtelijke bouw van moleculen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 5 t/m 8 is herhaling van stof uit hoofdstuk 3 van 4 vwo. Dit is belangrijk om deze paragraaf van hoofdstuk 12 te begrijpen. Voor nog meer herhaling maak alle lessen in lessonUp van hoofdstuk 3.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Om uit te printen
https://www.kemia.nl/images/KEMIA/PDFs/Oefenen-VWO/Bindingen1.pdf

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Welke atoomsoort kan een uitgebreid octet hebben?
A
Be
B
N
C
P
D
Ne

Slide 9 - Quiz

Vraagje vooraf
Waarom lost CO2 slecht op in water (9,5 mg/L),
maar SO2 goed (112 g/L)
en NH3 zeer goed (~250g/L)?

Slide 10 - Slide

Polaire atoombinding
  • Bij waterstofchloride (HCl) hebben H en Cl allebei nog 1 elektron nodig voor de edelgasconfiguratie.
  • Chloor trekt harder aan het gemeenschappelijk elektronenpaar dan waterstof. 

Slide 11 - Slide

Polaire atoombinding
  • Gevolg: het elektronenpaar zit wat dichter bij het chlooratoom, dan bij het waterstofatoom.
  • Hierdoor krijgt het chlooratoom een beetje negatieve lading, weergegeven met  δ-
  • Het waterstofatoom krijgt een beetje positieve lading, weergegeven met δ+.

Slide 12 - Slide

Polaire atoombinding
  • Zo'n gedeeltelijke lading, δ+, wordt ook wel partiële lading genoemd. 
  • De atoombinding noem je dan een polaire atoombinding.

Slide 13 - Slide

Waarom bestaat een polaire atoombinding?
  • Elektronegativiteit (EN) is een maat voor de kracht waarmee een atoom de elektronen van een atoombinding aantrekt.
  • Binas tabel 40A
  • Atoom met hoogste EN trekt het sterkste aan de elektronen en wordt δ-.
  • Het verschil in EN bepaalt de soort binding.

Slide 14 - Slide

Elektronegativiteit
  • Het verschil in EN (ΔEN) bepaalt de soort binding.
  • EN(Cl): 3.2 en EN(H): 2.1.
  • ΔEN = 1.1, dus polaire atoombinding
ΔEN
Soort binding
≤ 0,4
Apolair
0,4-1,7
Polair
> 1,7
Ion

Slide 15 - Slide

Vanderwaals binding (VdW)
  • Aantrekkingskracht tussen moleculen onderling
  • Sterkte van de VwD binding neemt toe bij een
    hogere molecuulmassa
    en
    groter molecuuloppervlak

Slide 16 - Slide

Vanderwaalsbinding 
Voorbeeld: hexaan en 2,3-dimethylbutaan
Zelfde massa, maar hexaan heeft een groter oppervlak, dus sterkere vanderwaalsbinding
>

Slide 17 - Slide

Dipool-dipoolbinding
Binding tussen polaire moleculen ("dipolen")
Binding tussen         en            van verschillende moleculen
Voorbeeld: SO2

        
δ
δ
δ
δ
2δ+
2δ+
δ+
δ

Slide 18 - Slide

Waterstofbruggen (H-brug)
  • Bestaat bij -OH en -NH groepen
  • Aantrekking tussen δ+ van de H en δ- van de O of N
  • Stoffen die H-bruggen kunnen vormen zijn vaak goed oplosbaar in water

Slide 19 - Slide

Dipoolmoleculen
  • Moleculen met een polaire atoombinding kunnen een dipoolmolecuul zijn.
  • CO2 is geen dipoolmolecuul, maar heeft wel polaire atoombindingen. 
  • SO2 is wel een dipoolmolecuul en heeft ook polaire atoombindingen. Hoe zit dat?

Slide 20 - Slide

In welke afbeelding
is de waterstofbrug
correct getekend?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 21 - Quiz

VSEPR-theorie
  • Theorie gebruikt om de ruimtelijke bouw van een molecuul te voorspellen
  • Valence-Shell Electron-Pair Repulsion
  • Ruimtelijke bouw wordt gebaseerd op het omringingsgetal
  • Omringingsgetal is de som van het aantal atomen rondom het centrale atoom + het aantal vrije elektronenparen rondom dat atoom

Slide 22 - Slide

Wat is het omringingsgetal van methaan (CH4)?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quiz

Wat is het omringingsgetal van formaldehyde (H2C=O)?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quiz

Wat is het omringingsgetal van ammoniak (NH3)
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 25 - Quiz

Ammoniak (NH3)
  • Lewisstructuur: 1 vrij elektronenpaar
  • Omringingsgetal: 4
  • 3 atomen en 1 VEP
  • Ruimtelijke bouw is een tetraëder.   

Slide 26 - Slide

Omringingsgetal en ruimtelijke bouw
  • Ruimtelijke bouw is zo dat alles zo ver mogelijk van elkaar af zit. Atomen willen niet vlak bij elkaar zitten en vrije elektronenparen ook niet bij atomen.

Slide 27 - Slide

Vraag van de dag: waarom lost SO2 wel goed op in water en CO2 niet, en NH3 juist zeer goed?
  • De ruimtelijke bouw van de moleculen verschilt:
  • SO2 heeft een omringingsgetal van 3 
  • CO2 heeft een omringingsgetal van 2
  • Daardoor is SO2 wel een dipoolmolecuul en CO2 niet.
  • Daardoor kan SO2 dipool-dipoolbindingen aangaan met water en CO2 niet.
  • NH3 is een dipool, en kan daarbovenop ook nog waterstofbruggen vormen met water

Slide 28 - Slide

De covalentie van een atoom is gelijk aan het omringingsgetal als...
A
Het geen dubbele en drievoudige bindingen heeft
B
Het geen formele lading heeft
C
Het niet radicaal is
D
A, B en C

Slide 29 - Quiz