Benodigde lesmaterialen: boek, laptop, schrift, pen en rekenmachine
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10
Week 11
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Startklaar
Op je plek zitten
Telefoon in het Zakkie
Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui
timer
3:00
Slide 6 - Slide
Docent staat bij de deur en begroet de leerlingen.
Leerlingen komen binnen gaan op hun plek zitten, doen hun telefoon weg en pakken hun spullen.
Break-even-punt berekenen
formule TO=TK
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Checklist:
Bepaal welke voorkennis relevant is voor de nieuwe lesstof.
Ontwerp een terugblik-opdracht die deze voorkennis activeert.
Overweeg of en hoe thuistalen ingezet kunnen worden om de voorkennis te activeren.
Wanneer maakt een bedrijf (bijv. een supermarkt) geen winst, maar ook geen verlies?
Slide 8 - Mind map
De docent stelt deze open vraag en geeft denktijd aan de leerlingen. Met deze vraag wil de docent de leerlingen actief aan het denken zetten en voorkennis ophalen.
Alle leerlingen vullen hun antwoord in lessonup in.
In de vorige lessen hebben we het gehad over de Totale kosten (constante kosten en variabele kosten) en Totale opbrengsten van een bedrijf en hoe je dit m.b.v. formules kunt berekenen.
Voorkennis:
Leerlingen weten hoe ze de totale opbrengsten en totale kosten moeten berekenen met behulp van de formule.
Leerlingen weten hoe ze de formules kunnen opstellen uit de gegevens in een tekst.
Leerlingen weten hoe ze vergelijkingen moeten oplossen d.m.v. gelijkstellen.
Misvatting:
Leerlingen denken dat TO = prijs x aantal geproduceerde goederen is i.p.v. TO = prijs x aantal verkochte goederen
Leerlingen weten niet dat variabele kosten afhankelijk zijn van het aantal verkochte producten (de afzet).
Docent bespreekt een aantal gegeven antwoorden door leerlingen een beurt te geven om hun antwoord toe te lichten.
Leerdoelen
R Ik leer wat het break-even-punt is.
T1 Ik kan het break-even-punt berekenen met de formule: TO=TK (Totale Opbrengst = Totale Kosten)
T2 Ik kan het break-even-punt berekenen met de formule: TO=TK (Totale Opbrengst = Totale Kosten) in een nieuwe context.
Checklist:
Het leerdoel is in leerlingentaal geformuleerd.
Het leerdoel is volgens de RTTI-methodiek geformuleerd.
Het leerdoel geeft een omschrijving van de context (inhoud).
Er wordt een werkwoord gebruikt in het leerdoel (gedrag).
De condities worden weergeven in het leerdoel (voorwaarden).
Er zijn succescriteria gekoppeld aan het leerdoel (norm).
Slide 9 - Slide
3. Leerdoelgericht werken
De docent introduceert het lesdoel: break-even-punt berekenen.
Leerlingen zijn stil en kijken en luisteren naar de presentatie.
Wat is de juiste formule voor de Totale Opbrengst (TO)?
A
TO = prijs x afzet
B
TO = prijs x aantal geproduceerde goederen
C
TO = prijs x omzet
D
TO = prijs x aantal verkochte goederen
Slide 10 - Quiz
Voorkennis activeren/formatief handelen:
Diagnostische vraag:
De docent stelt een diagnostische mc-vraag en geeft denktijd.
Met deze vraag checkt de docent of de leerlingen nog weten hoe je de Totale Opbrengst kunt berekenen m.b.v. de formule en of er misvattingen zijn.
Misvatting: Leerlingen denken dat TO = prijs x aantal geproduceerde goederen is i.p.v. TO = prijs x aantal verkochte goederen
Wat doen de leerlingen?
Leerlingen denken zelf na zonder overleg en beantwoorden de vraag in lessonup.
Docent bespreekt klassikaal een aantal gegeven antwoorden (goed en fout) door leerlingen een beurt te geven om hun antwoord toe te lichten. Eventuele misvattingen worden besproken.
Wat is de juiste formule voor de Totale Kosten (TK)?
A
TK = TCK
B
TK = TCK + TVK
C
TK = TVK
D
TK = TCK - TVK
Slide 11 - Quiz
Voorkennis activeren/formatief handelen:
Diagnostische vraag:
De docent stelt een diagnostische mc-vraag en geeft denktijd. Met deze vraag checkt de docent of de leerlingen nog weten hoe je de Totale Kosten kunt berekenen m.b.v. de formule.
Leerlingen denken zelf na zonder overleg en beantwoorden de vraag in lessonup.
Docent bespreekt klassikaal een aantal gegeven antwoorden (goed en fout) door leerlingen een beurt te geven om hun antwoord toe te lichten.
Gegeven: 8 x q = 420 + 2 x q
Laat met een berekening zien hoeveel q is d.m.v. gelijkstellen (balansmethode)?
Slide 12 - Open question
Voorkennis activeren/formatief handelen:
Diagnostische vraag:
De docent checkt met deze diagnostische open vraag of de leerlingen weten hoe ze vergelijkingen moeten oplossen d.m.v. gelijkstellen (balansmethode).
Leerlingen beantwoorden de vraag in lessonup en laten de berekening zien.
Docent bespreekt een aantal gegeven antwoorden (goed en fout) door leerlingen een beurt te geven om hun antwoord toe te lichten.
Docent geeft uitleg (indien nodig/ afhankelijk van de gegeven antwoorden) en laat op het whiteboard zien hoe je de juiste berekening maakt.
Uitwerking open-vraag:
8 x q = 420 + 2 x q
8q = 420 + 2q
6q = 420
q = 70
Differentiatie:
-Leerlingen die het nog niet snappen krijgen verlengde instructie van de docent.
-Leerlingen die geen verlengde instructie nodig hebben, maken de verdiepingsopdracht 1 en 2 blz 116
Extra uitleg nodig of aan het werk?
Extra uitleg nodig: doe met de docent mee.
Andere leerlingen: maken verrijkingsopdracht 1 en 2 blz 132 en 133
Een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren.
Meertaligheid functioneel inzetten.
Iedereen bij de les betrekken.
Slide 15 - Slide
Instructie:
Docent legt uit wat het break-even-punt is.
Leerlingen schrijven de definitie op in hun schrift.
Voorbeeld
Een duurzame waterflessenfabrikant heeft constante kosten van 300 euro. Een waterfles wordt verkocht voor 7 euro en de variabele kosten bedragen 1 euro per stuk.
Vraag: Bij welke hoeveelheid waterflessen (q) is het break-even-punt (dus maakt het bedrijf winst noch verlies)?
Checklist:
Dual Coding (woord en beeld combineren)
Concrete voorbeelden
Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen
Slide 16 - Slide
Docent leest het voorbeeld voor.
Leerlingen kijken en luisteren.
Stappenplan break-even-punt
Stappenplan berekenen break-even-punt:
1) TO = prijs (p) x afzet (q) --> stel de formule op met de gegevens uit de tekst.
2) TK = TCK + TVK --> stel de formule op met de gegevens uit de tekst.
3) Break-even-punt: TO = TK --> punt waar er geen winst of verlies is
4) Bereken de q (afzet)d.m.v. gelijkstellen (balansmethode) --> berekening!
Slide 17 - Slide
Docent introduceert het stappenplan en legt het uit.
Leerlingen schrijven het stappenplan op in hun schrift.
Uitwerking volgens stappenplan
1) TO = 7 x q
2) TK = 300 + (1 x q)
3) Break-even-punt is: TO = TK
7 x q = 300 + 1 x q
4) 7 x q = 300 + 1 x q
7q = 300 + q
6q = 300
q = 50
Slide 18 - Slide
Docent werkt het voorbeeld hardopdenkend en in kleine stapjes uit a.d.h.v het stappenplan (modelleren).
Leerlingen kijken en luisteren naar de uitleg.
Aan de slag: opgaven break-even-punt
Maken opdracht 1 (samen met de docent)
Gebruik het stappenplan!
Checklist:
Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
Afwisseling in oefentypes (herkneden van de lesstof)
Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik--wij-jij/jullie-wij)
Het leren zichtbaar maken (zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode )
Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel.
timer
5:00
Slide 19 - Slide
Docent deelt een blaadje waarop het stappenplan staat uit aan de leerlingen ter ondersteuning van kwaliteitsbesef.
Aan de hand van het stappenplan kan de docent mooi stap voor stap voordoen en inoefenen welke stappen ze moeten nemen om het antwoord te berekenen.
Leerlingen hebben door het stappenplan inzicht wat er van ze verwacht wordt en de docent kan hierdoor makkelijker feedback geven.
De docent maakt samen met de leerlingen opdracht 1 (in kleine stappen volgens het stappenplan en hardop denkend).
Docent geeft willekeurige beurten aan leerlingen en schrijft de berekening op het bord.
Leerlingen gebruiken het stappenplan en denken en schrijven mee.
Aan de slag:
Maken opdracht 2 (met degene die naast je zit)
Maak daarna opdracht 3 en 4 (zelfstandig)
Klaar: vergelijk opdracht 3 en 4 met degene die achter/voor je zit en verbeter zonodig. Ga daarna verder met opdracht 5 t/m 8.
Gebruik altijd het stappenplan!
Checklist:
Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
Afwisseling in oefentypes (herkneden van de lesstof)
Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik--wij-jij/jullie-wij)
Het leren zichtbaar maken (zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode )
Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel.
timer
20:00
Slide 20 - Slide
Leerlingen gaan aan het werk eerst in tweetallen, daarna zelfstandig. Ze vergelijken de zelfstandig gemaakte opgaven met elkaar (kwaliteitsbesef).
Docent loopt rond en geeft transformatieve feedback aan leerlingen. (Indien nodig geeft docent verlengde instructie aan leerlingen die het nog niet snappen).
Een bedrijf maakt en verkoopt insectenhotels. De constante kosten bedragen 1.200 euro. Een insectenhotel wordt verkocht voor 20 euro en de variabele kosten bedragen 12 euro per stuk.
Vraag: Bij welke hoeveelheid insectenhotels (q) is het break-even-punt (dus maakt het bedrijf winst noch verlies)?
A
37,5
B
150
C
1192
D
32
Slide 21 - Quiz
Spiegelvraag/controlevraag:
Docent stelt een spiegelvraag om te checken of leerlingen de leerdoelen hebben behaald.
Leerlingen maken de vraag m.b.v. het stappenplan en vullen het antwoord in in lessonup.
Deze spiegelvraag/controlevraag geeft zowel de leerling als docent inzicht in welke mate leerlingen de leerdoelen beheersen.
Afsluiting
Wat hebben we deze les geleerd?
Heb je de leerdoelen gehaald?
Hoe is het gegaan?
Wat kan volgende keer beter?
Wat is het huiswerk?
Wat gaan we de volgende les doen?
Checklist:
Zijn de leerdoelen behaald?
Les in context plaatsen van de periode
Het leren en het gedrag samen evalueren
Vooruitblikken adhv JdW-planner
Slide 22 - Slide
Evaluatie/Reflectie:
Docent stelt afsluitende vragen:
Wat hebben we deze les geleerd?
Heb je de leerdoelen gehaald?
Hoe is het gegaan?
Wat kan volgende keer beter?
Leerlingen mogen hun duim opsteken.
Enkele leerlingen krijgen een beurt om de vraag te beantwoorden.
Docent vertelt en schrijft op wat het huiswerk is en wat we de volgende les gaan doen en sluit vervolgens af.
Leerlingen schrijven het huiswerk op en ruimen op.